Stap voor stap
of
Speciale functies in het LAN (niet bij HiPath 500)
Speciale functies in het LAN
(niet bij HiPath 500)
Als uw toestel is geïntegreerd in een HiPath 5000 -om-
geving, dan is een aantal HiPath 2000/HiPath 3000 sys-
temen via een LAN (Local Area Network, bijv. een be-
drijfsnetwerk) met elkaar verbonden. U telefoneert via
het LAN (PC-netwerk).
In dit geval moet u voor een aantal functies rekening
houden met bijzondere aanwijzingen. Deze worden
hieronder beschreven.
Uit de groep schakelen
Voorwaarde: U behoort tot de groep
een andere HiPath 2000/HiPath 3000:
n
Hoorn opnemen.
Functiecode invoeren.
o
(DISA-) nummer van de gewenste HiPath 2000/
HiPath 3000 invoeren.
invoeren.
o
(DISA-) nummer van uw toestel invoeren.
invoeren.
w
Functiecode "in" of "uit" invoeren.
U behoort tot meerdere groepen van een andere
HiPath 2000/HiPath 3000:
o
Groepsnummer voor "gericht uit/in de groep schakelen"
invoeren.
pagina 46 van
49