Inhoudsopgave
Advertenties
6. Display "
" "
" "
(werkingsmodus)
Hiermee kunt u zien welke werkingsmodus voor
het systeem is geselecteerd.
7. Display "
" (geprogrammeerde tijd)
Hiermee kunt u het tijdstip waarop het systeem
in- en uitgeschakeld wordt controleren.
8. Display "
" (Controle / Testen)
TEST
Wanneer u deze toets indrukt, wordt de huidige
modus waarin het systeem werkt weergegeven.
9. Display "
In het display wordt dit pictogram weergegeven
wanneer het systeem vanaf één punt wordt bedi-
end. (Dit is niet de standaard specificatie.)
10. Display "
" (ventilatorsnelheid)
Hiermee wordt de ingestelde ventilatorsnelheid
weergegeven.
11. Display "
"
(luchtfilter moet worden gereinigd)
Raadpleeg de bedieningshandleiding van de
binnenunit.
12. Display "
" (ontdooien/warme start)
Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk
"Bediening - Uitleg van de verwarmingsfunctie".
13. Toets tijdschakelaar in / uitschakelen
Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk
"Bediening - Het systeem in- en uitschakelen met
de tijdschakelaar".
14. Toets tijdschakelaar aan / uit
Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk
"Bediening - Het systeem in- en uitschakelen met
de tijdschakelaar".
15. Toets Controle / Testen
Deze toets wordt alleen door de onderhouds-
monteur bij diens werkzaamheden gebruikt.
16. Toets voor het instellen van de tijd
Met deze toets stelt u het tijdstip waarop het
systeem in- of uitgeschakeld moet worden.
17. Toets voor het instellen van de temperatuur
Met deze toets stelt u de gewenste temperatuur in.
18. Toets om waarschuwing "vervuild filter" te
wissen
Raadpleeg de bedieningshandleiding van de
binnenunit.
19. Toets voor het instellen van de snelheid van
de ventilator
Met deze toets stelt u de snelheid van de ventila-
tor in.
20. Keuzetoets voor het selecteren van de functie
Met deze toets stelt u de manier waarop het
apparaat werkt in.
5
" "
" "
"
" (Centrale bediening)
21. Toets voor het instellen van de richting van
de luchtstroom
Deze toets is niet beschikbaar en het display
toont "NOT AVAILABLE" wanneer de toets wordt
ingedrukt.
22. Keuzeschakelaar Alleen ventilator / Aircondi-
tioner
Zet de schakelaar in de stand "
ventilator in te schakelen. In de stand "
het apparaat koelen of verwarmen.
23. Schakelaar koelen / verwarmen
Zet de schakelaar in de stand "
of in de stand "
" om te verwarmen.
24. Thermistor
Deze tast de kamertemperatuur af rondom de
afstandsbediening.
25. Deze toetsen worden gebruikt wanneer de
ventilatie-unit geïnstalleerd is (dit zijn option-
ele accessoires).
Zie de gebruiksaanwijzing van de ventilatie-unit.
OPMERKING
• Het display in afbeelding 1 toont de mogelijke
functies. In werkelijkheid wordt uiteraard altijd
slechts één van de functies weergegeven.
• Afbeelding 2 toont de afstandsbediening met
geopende klep.
5. TOEPASSINGSBEREIK
Gebruik het systeem bij de volgende temperatuur-
en vochtigheidsbereiken voor een veilige en effec-
tieve werking.
buitentemperatuur
binnentemperatuur
vochtigheidsgraad binnen
OPMERKING
Om te condensatie en lekkage van water uit het
apparaat te voorkomen.
Wanneer de temperatuur of de luchtvochtigheid
lager of hoger is dan de waarden uit de tabel, is het
mogelijk dat veiligheidsvoorzieningen worden geac-
tiveerd, met als gevolg dat het apparaat niet werkt.
" om alleen de
" kan
" om te koelen
KOELEN
VERWARMEN
–5°~43°CDB
–20°~21°CDB
–20°~15,5°CWB
21°~32°CDB
15°~27°CDB
14°~25°CWB
≤ 80%
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
