Pagina 1
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing VRV IV-S-systeem airconditioner RXYSCQ4TMV1B Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing RXYSCQ5TMV1B Nederlands VRV IV-S-systeem airconditioner RXYSCQ6TMV1B...
Pagina 2
(mm) — ≥100 A, B, C — ≥250 ≥100 ≥100 B, E — ≥100 ≥1000 ≤500 A, B, C, E — ≥250 ≥150 ≥150 ≥1000 ≤500 — ≥500 D, E — ≥500 ≥1000 ≤500 B, D — ≥100 ≥500 B, D, E <H ≤½H ≥250...
Inhoud 6.1.1 Over lokale instellingen..........16 Inhoud 6.1.2 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen. 16 6.1.3 Componenten voor lokale instellingen ......16 6.1.4 Stand 1 of 2 activeren ..........17 6.1.5 Gebruik van stand 1............. 17 1 Over de documentatie 6.1.6 Gebruik van stand 2.............
Over de documentatie Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle Over dit document andere talen zijn vertalingen. Bedoeld publiek...
–5°C gedurende minstens 5 dagen, met een relatieve vochtigheidsgraad VOORZICHTIG van meer dan 95%, dan bevelen wij aan om een Daikin- Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op reeks te gebruiken die specifiek is ontworpen voor een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
4 Voorbereiding ▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in 4.2.2 Materiaal koelmiddelleidingen "5.6.2 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden" op ▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos pagina 13. koper. A: Leiding tussen buitenunit en (eerste) ▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen. koelmiddelaftakset ▪...
5 Installatie E: Leiding tussen BP-unit en RA DX-binnenunit Maximale kabellengte 300 m (= afstand tussen buitenunit en Capaciteitsindex Leidingmaat (buitendiameter) (mm) verste binnenunit) binnenunit Gasleiding Vloeistofleiding Totale kabellengte 600 m 15~42 (= afstand tussen buitenunit en 12,7 alle binnenunits) Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden 15,9 valt, kan het een communicatiestoring veroorzaken.
5 Installatie 5.2.2 De buitenunit installeren De koelmiddelleiding aansluiten GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN 5.3.1 Gebruik van de afsluiter en servicepoort Omgaan met de afsluiter Houd rekening met de volgende richtlijnen: 4× M12 ▪ Houd alle afsluiters open tijdens de werking. ▪...
5 Installatie ▪ Draai na gebruik van de afsluiter het afsluiterdeksel goed vast en INFORMATIE controleer lekken. tabel hieronder voor aanhaalmoment. Omgaan met de servicepoort ▪ Sla de uitbreekopening (a) uit in de bodemplaat door ▪ Gebruik altijd een vulslang met een drukpen omdat de met een platte schroevendraaier en een hamer op de servicepoort een Schrader-ventiel is.
5 Installatie Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in WAARSCHUWING de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door tot alle vocht is verwijderd. kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine Alle leidingen in de unit zijn in de fabriek op lekken getest.
5 Installatie 5.4.4 Lektest uitvoeren De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2. Op lekken controleren: Vacuümlektest 1 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt. 2 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het Isolatiemateriaal systeem een lekkage heeft.
5 Installatie 5.6.2 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden Te veel koelmiddel in het Verwijder koelmiddel af. systeem Koppel het verdeelstuk los van INFORMATIE de vloeistofleiding. Neem contact op met uw dealer voor het finale aanpassen De instrucites van "Koelmiddel van de hoeveelheid koelmiddel.
5 Installatie INFORMATIE OPMERKING ▪ Wanneer tijdens de procedure een storing wordt De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde gedetecteerd (bijv. een gesloten afsluiter), dan wordt broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de een storingscode weergegeven. Zie in dat geval unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO "5.6.4 ...
5 Installatie WAARSCHUWING Gebruik afgeschermde kabels en sluit de aarding aan op de transmissieklem (X2M). F1 F2 F1 F2 Uitbreekopening TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT Braam Afdichting, enz. 5.7.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading Aanhaalmomenten a Aarding Bedrading Schroefmaat Aanhaalmoment...
6 Configuratie ▪ Drukknoppen voor input naar de printplaat Aansluiten op het Voor kabels die uit de unit komen, kan een frame beschermende mantelbuis worden ▪ Een display voor weergave van de feedback van de printplaat aangebracht in de uitbreekopening. Lokale instellingen worden bepaald door de stand, instelling en Bescherm de kabels met plastic buizen om waarde.
6 Configuratie RETURN: Voor lokale instelling TEST: Voor testfunctie RESET: Voor het resetten van het adres als de bedrading is gewijzigd of als er een extra binnenunit is geïnstalleerd 7 segmentendisplay Het display geeft de lokale instellingen weer die gedefinieerd worden als [Stand-Instelling]=Waarde.
6 Configuratie Actie Knop/display Waarde / Beschrijving Begin vanuit de Geeft de status van de werking met standaardsituatie. stroomverbruikbegrenzing aan. BS1 [5 s] Selecteer stand 2. Unit werkt momenteel niet met stroomverbruikbegrenzing. BS2 [X×] Selecteer instelling 8. ("X×" hangt af van de Unit werkt momenteel met instelling die u wilt stroomverbruikbegrenzing.
Pagina 19
6 Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑8] 6°C Auto -streeftemperatuur tijdens koelen. (standaard) 8°C 9°C 10°C 11°C [2‑9] Auto -streeftemperatuur tijdens verwarmen. (standaard) 46°C 43°C [2‑12] Gedeactiveerd. Geluidsarme werking en/of stroomverbruikbegrenzing inschakelen (standaard) via externe besturingsadapter (DTA104A61/62). Geactiveerd. Verander deze instelling wanneer het systeem in de geluidsarme stand of met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd.
Pagina 20
6 Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑25] Niveau 1 Niveau 3<Niveau 2<Niveau 1 Niveau 2 Niveau geluidsarme werking via de externe besturingsadapter. (standaard) Deze instelling bepaalt het niveau van de geluidsarme werking als het systeem in de geluidsarme stand moet draaien wanneer een Niveau 3 extern signaal naar de unit wordt gestuurd.
7 Inbedrijfstelling 6.1.9 PC-configurator aansluiten op de Voedingsspanning buitenunit Controleer voedingsspanning lokale voedingspaneel. De spanning MOET overeenstemmen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit. Aardingsbedrading Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en de aardingsklemmen stevig zijn vastgemaakt. Isolatietest van het hoofdvoedingscircuit c (X41A) Controleer met behulp van een megger van 500 V of een...
8 Opsporen en verhelpen van storingen 7.3.1 Over proefdraaien Stap Beschrijving Unit stop De hiernavolgende procedure beschrijft het proefdraaien van het volledige systeem. De volgende punten worden gecontroleerd en INFORMATIE beoordeeld: Tijdens het proefdraaien kan de unit niet worden stilgelegd ▪...
8 Opsporen en verhelpen van storingen 8.1.1 Storingcodes: Overzicht Hoofdcode Oorzaak Oplossing ▪ De afsluiter van een buitenunit is dicht gelaten. ▪ Op de afsluiter aan zowel de gas- als de vloeistofzijde. ▪ Te veel koelmiddel ▪ Herbereken de vereiste hoeveelheid koelmiddel op basis van de leidinglengte en het juiste vulniveau van het koelmiddel door een eventueel teveel aan koelmiddel te verwijderen met een apparaat voor het aftappen van...
Pagina 24
8 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Oorzaak Oplossing ▪ De afsluiter van een buitenunit is dicht gelaten. ▪ Op de afsluiter aan zowel de gas- als de vloeistofzijde. ▪ De leiding bedrading gespecificeerde ▪ Controleer leiding bedrading binnenunit zijn niet juist aangesloten op de buitenunit. gespecificeerde binnenunit juist zijn aangesloten op de buitenunit.
9 Technische gegevens Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist). Serviceruimte: Buitenunit Wanneer u units naast elkaar installeert, moeten de leidingen langs voor of naar onder worden gevoerd.
9 Technische gegevens Schema van de leidingen: Buitenunit S1NPH S1PH S1NPL Afsluiter (gas) Symbolen (zie hieronder). Afsluiter (vloeistof) Zie de montagehandleiding voor het gebruik van de Filter (3×) Warmtewisselaar met onderkoeling schakelaars BS1~BS5 en DS1+DS2. Koelplaat printplaat Sluit de beveiliging S1PH niet kort wanneer u de unit Drukregelklep Warmtewisselaar gebruikt.
11 Gebruikersinterface ▪ Wanneer "omschakeling onder gecentraliseerde besturing" Gebruikersinterface display knippert, "12.5.1 Over master- gebruikersinterface instellen" op pagina 29. VOORZICHTIG ▪ De ventilator kan mogelijk nog ongeveer 1 minuut blijven draaien ▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan. nadat het verwarmen is beëindigd. ▪...
12 Bediening 12.3.2 Gebruik van het OPMERKING ontvochtigingsprogramma ▪ Het draaibereik van de klep kan worden veranderd. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie. Starten (alleen voor dubbelstroom, multi-stroom, hoek, 1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op plafondmontage en wandmontage).
13 Onderhoud en service 12.5.3 Gebruikersinterface als master instellen WAARSCHUWING (RA DX) Het koelmiddel in het systeem is veilig en lekt normaal niet. Als het koelmiddel in de ruimte lekt, kan een schadelijk gas Wanneer alleen RA DX-binnenunits op het VRV IV-S-systeem zijn vrijkomen bij contact met vuur van een brander, een aangesloten: verwarming of een fornuis.
14 Opsporen en verhelpen van storingen WAARSCHUWING Storing Maatregel Het systeem werkt, ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich maar koelt of verwarmt de buitenunit of de binnenunit niet iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
14 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Inhoud 14.2 Symptomen die geen storingen Storing printplaat (buitenunit) van het systeem zijn Hogedrukschakelaar geactiveerd De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem: Storing lage druk (buitenunit) Compressorblokkering gedetecteerd (buitenunit) 14.2.1 Symptoom: Het systeem werkt niet Storing ventilatormotor (buitenunit) ▪...
15 Verplaatsen 14.2.7 Symptoom: Op het display van de 14.2.15 Symptoom: De compressor in de gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de buitenunit stopt niet na een korte unit stopt, en start weer na enkele verwarmingscyclus minuten Dit voorkomt dat er koelmiddel in de compressor blijft. De unit zal na 5 tot 10 minuten stoppen.
Pagina 36
4P555881-1 0000000U 4P555881-1 2019.07...