• Als op de afstandsbediening "Centrale bedi-
ening" wordt weergegeven en u de AAN/UIT-
toets indrukt, zal het display enkele seconden
knipperen.
Dit betekent dat de centrale apparaat het appa-
raat bestuurt.
Het knipperende display betekent dat de
afstandsbediening niet gebruikt kan worden.
• Het systeem wordt niet direct ingeschakeld
wanneer de hoofdschakelaar wordt inge-
schakeld.
Wacht ongeveer één minuut totdat de plc gereed is.
9-2
HIJ STOPT AF EN TOE
• Het display van de afstandsbediening ver-
meldt "U4" of "U5" en stopt, maar start na een
paar minuten weer op.
Dit gebeurt omdat de afstandsbediening ruis
oppikt van andere elektrische apparaten dan de
airconditioner. Dit belemmert de communicatie
tussen de units en doet ze stoppen.
De werking wordt automatisch opnieuw opge-
start, wanneer de interferentie verdwijnt.
9-3
HET IS NIET MOGELIJK OM OM TE
SCHAKELEN TUSSEN KOELEN EN
VERWARMEN
• Wanneer in het display van een afstandsbedi-
ening het pictogram "
geblokkeerd) wordt weergegeven.
Is deze afstandsbediening niet de masteraf-
standsbediening.
Raadpleeg "De als master ingestelde afstandsbe-
diening instellen".
• Wanneer de keuzeschakelaar koelen/verwar-
men geïnstalleerd is en het display "
(omschakelen geblokkeerd) weergeeft.
Dit gebeurt omdat de omschakeling koelen/ver-
warmen aangestuurd wordt door de keuze-
schakelaar koelen/verwarmen. Raadpleeg uw
Daikin-leverancier voor de exacte locatie ervan.
9-4
HET IS WEL MOGELIJK OM TE VEN-
TILEREN, MAAR KOELEN EN VER-
WARMEN KUNNEN NIET
INGESCHAKELD WORDEN
• Onmiddellijk nadat de voedingsspanning
ingeschakeld is.
De microcomputer voert een zelftest uit.
Wacht 10 minuten.
Nederlands
9-5
• De ventilatorsnelheid verandert niet zelfs
9-6
Binnenunit
• Wanneer de luchtvochtigheid hoog is tijdens
" (omschakelen
• Binnenunit schakelt direct na koelen uit en de
Binnenunit, buitenunit
"
• Wanneer het systeem vanuit de ontdooifunc-
9-7
Binnenunit
• Wanner het apparaat wordt uitgeschakeld of
• Nadat de binnenunit is uitgeschakeld, hoort u
DE VENTILATORSNELHEID KOMT
NIET OVEREEN MET DE INSTELLING
wanneer de ventilatorsnelheid-insteltoets
wordt ingedrukt.
Wanneer de kamertemperatuur tijdens verwar-
men de ingestelde temperatuur bereikt, wordt de
buitenunit uitgeschakeld en schakelt de binne-
nunit over naar de stille ventilatorsnelheid.
Dit om te voorkomen dat er koude lucht recht-
streeks op de personen in de kamer wordt gebla-
zen.
Wanneer een andere binnenunit in de verwarm-
ingsstand staat, verandert de ventilatorsnelheid
niet ook als de toets wordt ingedrukt.
UIT ÉÉN VAN DE UNITS KOMT EEN
WITTE NEVEL
koelen
Wanneer de binnenkant van de binnenunit
extreem vervuild is, kan de temperatuur in een
ruimte ongelijkmatig worden. De binnenkant van
de binnenunit moet worden gereinigd. Neem
daartoe contact op met uw Daikin-leverancier.
Het reinigen van de binnenunit moet worden uit-
gevoerd door gekwalificeerd personeel.
omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid
zijn laag.
De oorzaak hiervan is dat warm gasvormig
koelmiddel terugstroomt naar de binnenunit,
waardoor stoomontwikkeling ontstaat.
tie in de verwarmingsstand wordt gezet.
De vocht die door het ontdooien ontstaat, verand-
ert in stoom en wordt afgevoerd.
AIRCONDITIONERS MAKEN LAWAAI
tijdens koelen hoort u een continu diep,
donker geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de afvoerpomp
(optioneel accessoire).
een laag "borrelend" geluid.
U hoort dit geluid wanneer de andere binnenunit
wel in bedrijf is. Om te voorkomen dat er olie en
koelmiddel in het systeem achterblijft, wordt een
kleine hoeveelheid koelmiddel rondgepompt.
10