Hoofdstuk 4. Programmeren
7.
Open in het gedeelte TOEVOERTEMPERATUUR de vervolgkeuzelijst en selecteer Vast of Actief als het toevoertype
voor uw systeem. Wanneer u Vast kiest, moet u de gewenste waarde invoeren. Wanneer u Actief kiest, moet u
Actieve invoer A of Actieve invoer B selecteren.
8.
Open in het gedeelte RETOURTEMPERATUUR de vervolgkeuzelijst en selecteer Vast of Actief als het toevoertype
voor uw systeem. Wanneer u Vast kiest, moet u de gewenste waarde invoeren. Wanneer u Actief kiest, moet u
Actieve invoer A of Actieve invoer B selecteren.
BELANGRIJK: De TOEVOERTEMPERATUUR en de RETOURTEMPERATUUR kunnen niet beide dezelfde actieve invoer
gebruiken.
4.7.2
Het tabblad INGANGEN programmeren
Het tabblad INGANGEN (zie Afbeelding 86 hieronder) stelt u in staat de parameters voor de
energietoevoertemperatuur, de energieretourtemperatuur en de vaste temperatuur te specificeren, afhankelijk van
uw voorgaande programmeringskeuzes in het tabblad ENERGIE.
Ga als volgt te werk om de ANALOGE INGANGEN A te configureren:
1.
Wanneer de TOEVOERTEMPERATUUR of deRETOURTEMPERATUUR op ACTIEVE INGANG A in het tabblad ENERGIE is
ingesteld, is dit de standaardwaarde die wordt getoond in het vak FUNCTIE. Voer de juiste waarden voor NUL en
BEREIK in de bijbehorende vakken in.
2.
Wanneer nog de TOEVOERTEMPERATUUR nog deRETOURTEMPERATUUR op ACTIEVE INGANG A in het tabblad ENERGIE
is ingesteld, is Uit de standaardwaarde die wordt getoond in het vak FUNCTIE. Er is geen verdere actie nodig, tenzij
de gebruiker ervoor kiest om de standaardinvoer via de vervolgkeuzelijst te wijzigen. Alleen dan zijn waarden voor
NUL en BEREIK vereist.
3.
Wanneer Algemene doeleinden is gekozen in het vak FUNCTIE voert u de juiste waarden voor NUL en BEREIK in de
bijbehorende vakken in.
Programmeer ANALOGE INGANGEN B door dezelfde stappen te doorlopen als voor ANALOGE INGANGEN A.
56
Afbeelding 87: Het menu INGANGEN
TransPort® PT900 Gebruikershandleiding