Advertenties
4.5.1
De transducerparameters programmeren
Voor het programmeren van uw transducerparameters raadpleegt u Afbeelding 75 op pagina 66 en voltooit u de
onderstaande stappen:
1.
Schuif de transducertyperegelaar naar Opklem of Bevochtigd. Dit verwijst naar de werkwijze voor het bevestigen
van de transducers op de pijp. Zie Tabel 6 hieronder voor de transducertypes die geschikt zijn voor gebruik met de
PT900.
Opmerking: De Panametrics Transducer Installatiegids van uw transducermodel biedt meer gedetailleerde
informatie over transducerbevestigingsconfiguraties.
TransPort® PT900 Gebruikershandleiding
Tabel 6: Beschikbare opklemtransducers
Transducernummer
10
11
12
13
14
15
16
17
23*
24*
31
401
402
403
407
408
505*
510*
520*
591*
592*
601
602
603
*de meeste met de PT900 gebruikte transducers
Transducermodelnaam
C-PT-N/0,5MHz
C-PT-N/2MHz
C-PT-H/0,5MHz
C-PT-H/1MHz
C-PT-M/2MHz
C-PT-H/0,5MHz
C-PT-H/1MHz
C-PT-H/2MHz
CF-LP-H/4MHz
CF-LP-N/4MHz
CF-WL/2MHz
C-RS/5MHz
C-RS/1MHz
C-RS/2MHz
UTXDR/2MHz
UTXDR/4MHz
C-RR/0,5MHz
C-RR/1MHz
C-RR/2MHz
C-RR/0,5MHz
C-RR/1MHz
C-AT/0,5MHz
C-AT/1MHz
C-AT/2MHz
Hoofdstuk 4. Programmeren
47
Advertenties
