Download Print deze pagina

Advertenties

moisture.IQ
Hygrometer
panametrics.com
BH023C11 DU E

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Baker Hughes Panametric moisture.IQ

  • Pagina 1 moisture.IQ Hygrometer panametrics.com BH023C11 DU E...
  • Pagina 3 December 2021 panametrics.com Copyright 2021 Baker Hughes company. This material contains one or more registered trademarks of Baker Hughes Company and its subsidiaries in one or more countries. All third-party product and company names are trademarks of their respective holders.
  • Pagina 4 [blanco pagina]...
  • Pagina 5 Inhoud Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Inleiding ......................1 De moisture.IQ uitpakken .
  • Pagina 6 Inhoud 3.10 Servicemenu opties................... . .44 3.10.1 Software updaten .
  • Pagina 7 Inhoud Vaak voorkomende problemen ................90 Hoofdstuk 9.
  • Pagina 8 Inhoud [blanco pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 9 Voorwoord Informatieparagrafen N.B.: Deze paragrafen verschaffen informatie die meer inzicht biedt in de situatie, maar die niet van essentieel belang is voor de juiste uitvoering van de aanwijzingen. BELANGRIJK: Deze paragrafen verschaffen informatie die benadrukt welke aanwijzingen van essentieel belang zijn voor de juiste opstelling van de apparatuur.
  • Pagina 10 Naleving van de milieuregels Richtlijn Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) Baker Hughes is een actieve deelnemer aan het initiatief om afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) terug te winnen, Richtlijn 2012/19/EU. Voor de productie van de apparatuur die u hebt gekocht, zijn natuurlijke hulpbronnen gebruikt. De apparatuur kan gevaarlijke stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
  • Pagina 11 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Inleiding Gebruikers installeren de toestellen van moisture.IQ doorgaans als onderdeel van een complex processysteem dat componenten als filters, pompen en drukregelaars omvat. In een dergelijke omgeving kunnen sondes en andere onderdelen van het systeem worden blootgesteld aan omgevingsgevaren, zoals hoge temperaturen, extreme drukwaarden, corrosieve bestanddelen en mechanische trillingen.
  • Pagina 12 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Een installatielocatie Toen u de meter in ontvangst nam, hebt u de omgevings- en installatiefactoren met een Panametrics technicus of verkoper besproken. De geleverde apparatuur moet geschikt zijn voor uw toepassing en installatielocatie. De moisture.IQ is verkrijgbaar voor tafel-, rack- of paneelbevestiging. Dit zijn de beste modellen voor de meeste installaties binnen.
  • Pagina 13 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Overwegingen voor de vochtsonde De M-serie en Moisture Image-serie sondes bestaan uit een aluminiumoxide sensor op een verbindingskop. De standaard sondebevestigingen zijn voorzien van een roestvrijstalen bescherming. De materialen en behuizing van de sondesensor zorgen voor een maximale duurzaamheid en een minimum aan waterabsorberende oppervlakken in de onmiddellijke nabijheid van het aluminiumoxide oppervlak.
  • Pagina 14 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.5.4 Drukbereik De vochtsensor registreert altijd de correcte waterdampdruk, ongeacht wat de totale omgevingsdruk is. De vochtsensor meet de waterdamp in vacuüm- of hoge-drukomstandigheden, van niet meer dan enkele micron Hg tot maar liefst 344 totale druk. 1.5.5 Langdurige opslag en operationele stabiliteit Sensors ondervinden geen nadelige gevolgen van continue abrupte veranderingen van de vochtigheid en worden...
  • Pagina 15 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Richtlijnen voor bemonsteringssystemen Een bemonsteringssysteem is vereist voor zuurstofmetingen en ten zeerste aangeraden, maar niet absoluut noodzakelijk, voor vochtmetingen. Het doel van een bemonsteringssysteem is een monsterstroom binnen de specificaties van een sonde te brengen of te houden. De toepassingsvereisten zijn bepalend voor het ontwerp van het bemonsteringssysteem.
  • Pagina 16 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.6.2 Zuurstofbemonsteringssystemen Zuurstofbemonsteringssystemen zijn vereist en kunnen bij Panametrics worden besteld voor bevestiging op een tafel of aan de muur. U kunt ook uw eigen bemonsteringssysteem bouwen op basis van de volgende richtlijnen. BELANGRIJK: De garantie van Panametrics vervalt als het bemonsteringssysteem niet is uitgerust met een ontlastklep.
  • Pagina 17 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Het vochtmeetsysteem bevestigen U bevestigt het vochtmeetsysteem door de elektronische eenheid, de sondes en de bemonsteringssystemen op hun plaats te installeren. 1.7.1 De elektronische eenheid bevestigen Gebruik de omtrektekeningen en maatschetsen in de Certificatie- en Veiligheidsverklaringen achterin de handleiding om de moisture.IQ te bevestigen.
  • Pagina 18 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.7.3 De zuurstofcel bevestigen Als uw zuurstofcel niet in een bemonsteringssysteem is bevestigd, raadpleegt u Figuur 3 hieronder voor de bevestigingsinformatie. Elektrolytreservoir Elektrolytpeilvenster 4,91 (124,7) SERVOMEX 1,06 (26,9) 5,90 Monstergasinlaat 1,23 (149,9) (31,2) 2,05 (52,1) 0,55 (14,0) Monstergasuitlaat...
  • Pagina 19 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading De sondes installeren Nadat u het bemonsteringssysteem hebt bevestigd, dient u vochtsondes in de bemonsteringscellen te steken. Bovendien moet u de geïnstalleerde zuurstofcellen controleren, voorbereiden en aansluiten op de gasleiding. 1.8.1 Vochtsondes Panametrics Moisture Image-serie (MIS) en M-serie vochtsondes hebben 3/4 inch-16 rechte schroefdraden met een O-ring afdichting, zodat de sondes in het bemonsteringssysteem of direct in de proceslijn kunnen worden bevestigd.
  • Pagina 20 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.8.2 Aanpassing van een bestaande TF-serie sondekabel TF serie Als een bestaand vochtmeetsysteem een vochtsonde gebruikt, kan de kabel voor die sonde aangepast worden voor gebruikt met een MISP2 sonde. Als u dit op het bestaande systeem wilt installeren, raadpleegt u Figuur 5 hieronder en doet u als volgt: MISP2-contact TF-contact...
  • Pagina 21 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.8.3 Aanpassing van een bestaande M-serie sondekabel M-serie Als een bestaand vochtmeetsysteem een vochtsonde gebruikt, kan de kabel voor die sonde aangepast MISP2 worden voor gebruikt met een sonde. Als u dit op het bestaande systeem wilt installeren, raadpleegt u Figuur 6 hieronder en doet u als volgt: M-serie connector MISP2-contact...
  • Pagina 22 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.8.4 Druksensors Als een drukinvoer benodigd is en er geen optioneel druksignaal van een Moisture Image-serie sonde beschikbaar is, kunt u een aparte druktransmitter op een hulpinvoer aansluiten. De moisture.IQ accepteert alle 0 tot 20 mA, 4 tot 20 mA en 0 tot 2 V druktransmitters. Breng de druktransmitter altijd onmiddellijk na de vochtsonde aan om de druk zo dicht mogelijk bij de plaats van de vochtmeting te meten.
  • Pagina 23 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.8.5.1 De zuurstofcel voorbereiden Als u de zuurstofcel op de werking wilt voorbereiden, moet hij gevuld worden met de elektrolyt die in een plastic fles is meegeleverd. WAARSCHUWING! De elektrolyt bevat kaliumhydroxide dat schadelijk is bij contact met de ogen of de huid.
  • Pagina 24 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading De elektrische aansluitingen tot stand brengen WAARSCHUWING! Om de veilige werking van de moisture.IQ te garanderen moet u het apparaat installeren en gebruiken op de in deze handleiding beschreven manier. Zorg er bovendien voor dat alle van toepassing zijnde plaatselijke veiligheidsnormen en -voorschriften voor het installeren van elektrische toestellen worden nageleefd.
  • Pagina 25 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Module B aansluitingen voor Module A aansluitingen voor explosiegevaarlijke omgevingn explosiegevaarlijke omgevingn AAN/UIT-schakelaar Module B aansluitingen voor niet-explosiegevaarlijke omgvingen Opbergvakje voor Module A aansluitingen voor het stroomsnoer niet-explosiegevaarlijke omgvingen Figuur 8: Aansluitingen op het achterpaneel 1.9.1 De grendel gebruiken om de bedrading tot stand te brengen Gebruik de meegeleverde grendels om de kabels op de aansluitblokken te bevestigen, zoals weergegeven in...
  • Pagina 26 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.9.2 De voeding aansluiten AAN/UIT Als u de voeding wilt aansluiten, verbindt u de stroomkabel aan het vakje naast de schakelaar in de linkerbenedenhoek van het achterpaneel (zie Figuur 8 op pagina 15). De dc-bedrading wordt weergegeven in Figuur 9 hieronder.
  • Pagina 27 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Als de M-serie sonde geen thermistor heeft, kunt u een gewapende kabel met twee draden en een bajonetaansluiting gebruiken om de sonde op de elektronische eenheid aan te sluiten. Als een optionele thermistor is geïnstalleerd, gebruikt u een gewapende kabel met vier draden en een bajonetaansluiting om de M-serie sonde op de elektronische eenheid aan te sluiten.
  • Pagina 28 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Als u een sonde op het verkeerde kanaal hebt aangesloten, kunt u ofwel de sonde op het juiste kanaal aansluiten of het huidige kanaal opnieuw configureren, zoals staat beschreven in “Het Sondeconfiguratie-scherm” op pagina 56. WAARSCHUWING! De M-serie sonde is mogelijk niet bestand tegen de 500 V isolatietest.
  • Pagina 29 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Als de Moisture Image-serie sonde gemonteerd moet worden, moet u dat eerst doen. Daarna sluit u de sondekabel aan op het -aansluitblok op het achterpaneel van de elektronische eenheid (zie Figuur 16 hieronder). U kunt de Moisture Image-serie sonde op elk kanaal aansluiten. Als u echter ook andere sensors gebruikt, zoals M-serie sondes, moet u erop letten dat u de Moisture Image-serie sonde op een nog niet toegewezen kanaal aansluit.
  • Pagina 30 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.9.4 De Delta F zuurstofcel aansluiten ® De Delta F zuurstofcel is verkrijgbaar als universeel model met standaard of VCR aansluitingen. De zuurstofcel kan ook in een weerbestendige behuizing (R4) worden ondergebracht voor toepassingen buitenshuis of in een explosieveilige behuizing (R7) voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
  • Pagina 31 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading O2T-aansluitingen Zuurstofsondeaansluitingen Module A - CH1 Module A - CH2 Module A - CH3 Figuur 18: Aansluitingen van de Delta F zuurstofcel N.B.: Extra Delta F zuurstofcellen kunnen worden aangesloten op KAN4, KAN5 KAN6 Module B in de connectorgroep aan de rechterkant van het achterpaneel.
  • Pagina 32 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Tabel 2: Aansluitingen van standaard Delta F zuurstofcel Maak de Op het ZUURSTOF volgende Op de Delta F aansluitblok van de aansluitingen: zuurstofcel: moisture.IQ rode draad + sensorelektrode pen 4 RD groene draad – sensorelektrode pen 3 GR witte draad + secundaire elektrode...
  • Pagina 33 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Tabel 3: Aansluitingen van weerbestendige Delta F zuurstofcel Maak de Op het ZUURSTOF volgende Op aansluitblok van aansluitblok van de aansluitingen: Delta F behuizing moisture.IQ rode draad (+) pen 1 pen 4 groene draad (-) pen 2 pen 3 witte draad (+)
  • Pagina 34 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.10 Een gasstroom door de zuurstofcel tot stand brengen OPGEPAST! Zorg ervoor dat er gas door de Delta F zuurstofcel stroomt voordat u het systeem opstart, anders raakt de zuurstofcel beschadigd. N.B.: Als u geen Delta F zuurstofcel in uw systeem gebruikt, kunt u dit deel overslaan en doorgaan naar de volgende hoofdstukken over de configuratie van uw systeem.
  • Pagina 35 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading Optimale Optimaal inlaatdruklimieten monsterstroombereik 0,2 tot 1,0 psig 2,0 tot 2,5 SCFH Elektrolytreservoir Stroomregelklep Monstergas in T-stuk Monstergas uit Zuurstofcel Ontlastklep Stroommeter Luchtopening De monstergasuitvoer en ontlastklep hebben bij voorkeur een ontsnappingsmogelijkheid die in de omgevingslucht uitkomt. Figuur 22: Schematische voorstelling van de gasstroom moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 36 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.11 Een hulpapparaat aansluiten De moisture.IQ kan een hulpapparaat (zoals een lusstroomtransmitter) van stroom voorzien waarbij de aansluiting 24V is naar Aux 1 of 2. Voor apparaten met extern vermogen en een uitgang die direct is aangesloten op het hulpapparaat, kunt u Aux 1 of 2 gebruiken voor RTN (pen 5).
  • Pagina 37 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.12 Analoge uitgangen aansluiten De moisture.IQ heeft twee analoge uitgangen per kanaal. Sluit de uitgangen aan op de aansluitblokken REC A en REC B. Raadpleeg Figuur 23 voor de locatie van het aansluitblok en Figuur 25 voor het bedradingsdiagram. Breng de aansluitingen voor de registeertoestellen tot stand met Tabel 5.
  • Pagina 38 Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading 1.13 Alarmen aansluiten N.B.: Klanten moeten hun eigen kabels voorzien voor aansluiting van de alarmrelais. Acceptabele kabels variëren van 12 tot 24 AWG. De moisture.IQ heeft één storingsalarmrelais en twee hoog/laag alarmrelais per kanaal. Elk alarm is een eenpolige contactset met twee standen en de volgende contacten: •...
  • Pagina 39 Hoofdstuk 2. Bediening Hoofdstuk 2. Bediening Opstarten Na de installatie van het systeem, zoals beschreven in Hoofdstuk 1. “Installatie en bedrading” op pagina 1, schakelt u de moisture.IQ in met de AAN/UIT schakelaar in de linkeronderhoek van het achterpaneel. U ziet na elkaar de volgende displayschermen: Een zwart scherm met een groot Panametrics-logo in het midden.
  • Pagina 40 Hoofdstuk 2. Bediening De hulpknop In het hoofdmenu aan de rechterkant van het meetwaardendisplay en op elk programmeerscherm van de Hulp moisture.IQ ziet u een knop die de gebruiker voorziet van uitgebreide informatie over dat specifieke scherm of die menuoptie. Een voorbeeld van een Hulp scherm uit het Sondeconfiguratiemenu staat in Figuur 28 hieronder.
  • Pagina 41 Hoofdstuk 2. Bediening Zoals weergegeven in Figuur 29 op pagina 30, zijn de volgende instellingen beschikbaar voor het display: • Kanaal: Kies het kanaal (1 tot 6) dat weergegeven moet worden. • Stand: Kies de soort meting (Hygro, Druk, Temperatuur, Zuurstof, Aux 1, Aux 2 of Functie) die weergegeven moet worden.
  • Pagina 42 Hoofdstuk 2. Bediening Het systeem opnieuw starten Als u de moisture.IQ opnieuw wilt starten, doet u als volgt: Druk op de knop Instellingenmenu aan de rechterkant van het touchscreen. Druk op Opnieuw starten in het deel Service van het touchscreen. Op het bevestigingsscherm zoals weergegeven in Figuur 30 hieronder, drukt u op om de meter te starten.
  • Pagina 43 Hoofdstuk 2. Bediening Het systeem uitschakelen Als u de moisture.IQ wilt uitschakelen, doet u als volgt: Druk op de knop Instellingenmenu aan de rechterkant van het touchscreen. Druk op Uitschakelen in het deel Service van het touchscreen. Op het bevestigingsscherm zoals weergegeven in Figuur 31 hieronder, drukt u op om de meter uit te schakelen.
  • Pagina 44 Hoofdstuk 2. Bediening [geen inhoud op deze pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 45 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Inleiding Nadat u de installatie van uw moisture.IQ systeem hebt afgerond (zie Hoofdstuk 1) en het systeem hebt opgestart (zie Hoofdstuk 2), moet u de moisture.IQ configureren, voordat u op betrouwbare wijze data kunt verzamelen. Het menu Instellingen wordt gebruikt om het display te configureren en de gewenste systeeminstellingen te programmeren.
  • Pagina 46 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Display instellingen Met het menu Displayinstellingen (zie Figuur 34 hieronder) kunt u het meetscherm configureren. Figuur 34: Displayinstellingen-scherm • 6 items 12 items Druk op de knop om te wisselen tussen een hoofdscherm met 6 meetwaardedisplays of een scherm met 12 meetwaardedisplays.
  • Pagina 47 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Systeeminstellingen Het menu Systeeminstellingen menu (raadpleeg Figuur 35 hieronder) stelt u in staat de algemene instellingen van de moisture.IQ te configureren. Figuur 35: Systeeminstellingen-scherm • Serienummer van het systeem wordt boven aan het scherm weergegeven als een read-only waarde. •...
  • Pagina 48 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Bestandmanager Het menu Bestandmanager (zie Figuur 36 hieronder) stelt u in staat de opgeslagen bestanden in het geheugen van de moisture.IQ of op een aangesloten USB-stick te bekijken en te managen. Het meest recente sitebestand heet altijd moistureIQ.xml, terwijl het vorige bestand altijd moistureIQ.xml.backup wordt genoemd.
  • Pagina 49 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Schermuitlijning (weer- en explosiebestendig) De functie Schermuitlijning is geactiveerd voor weer- en explosiebestendige versies van de moisture.IQ. Deze functie stelt de gebruiker in staat het lcd-scherm te kalibreren op basis van uw aanraking en gebruikshoeken, zodat het touchscreen optimaal presteert.
  • Pagina 50 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Schermconfiguratie (weer- en explosiebestendig) De functie Schermconfiguratie is geactiveerd voor de explosie- en weerbestendige versies van de moistur.IQ. Deze functie stelt de gebruiker in staat de gevoeligheid van het touchscreen te verhogen of te verlagen, op basis van de dikte van het beschermende venster.
  • Pagina 51 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Setup waarschuwingen Met het menu Setup waarschuwingen (zie Figuur 39 hieronder) kunt u aangeven hoe vaak de moisture.IQ herinneringen over de kalibratie zal weergeven. Figuur 39: Setup waarschuwingen-scherm • Druk op Kalibratie herinnering om een keuzemenu te zien van de opties voor de intervalselectie (Geen, 6 maanden, 12 maanden, 18 maanden of 24 maanden) tussen de geautomatiseerde...
  • Pagina 52 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Setup storingsalarm Met het menu Setup storingsalarm (zie Figuur 40 hieronder) kunt u aangeven hoe het specifieke storingsalarmrelais van de moisture.IQ reageert op een storing en hoe de bron van de actuele storingen wordt weergegeven. Figuur 40: Setup storingsalarm-scherm •...
  • Pagina 53 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken Setup module Het menu Setup module (zie Figuur 41 hieronder) is voornamelijk een read-only scherm. Het scherm verschaft uitgebreide informatie over de momenteel geïnstalleerde sensormodules. Figuur 41: Setup module-scherm • Serienummer en de huidige Firmwareversie van de geïnstalleerde modules staan aan de bovenkant van het scherm.
  • Pagina 54 Hoofdstuk 3. Het Instellingenmenu gebruiken 3.10 Servicemenu opties Dit menu omvat de onderstaande drie opties. 3.10.1 Software updaten Wanneer een externe USB-stick met een updatebestand voor de moisture.IQ software is aangesloten, wordt de knop Software updaten geactiveerd. Ga als volgt te werk: Software updaten.
  • Pagina 55 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken De uitvoeren instellen 4.1.1 Een uitvoer configureren N.B.: Een actieve uitvoer wordt aangegeven door een 'Play' symbool en het alarm dat voor de wijziging wordt gekozen, wordt geel gemarkeerd.
  • Pagina 56 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken 4.1.2 De gekozen uitvoer testen Zorg ervoor dat het uitvoerapparaat aangesloten is op de moisture.IQ, zoals beschreven in hoofdstuk 1 en volg de volgende stappen om de uitvoer te testen: Kanaal (1 tot 6) Uitvoer (A of B) die getest moeten worden en druk op Test...
  • Pagina 57 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken 4.1.3 De gekozen uitvoer afregelen De gemeten waarde van de uitvoeren kan anders zijn dan de geprogrammeerde waarde vanwege de ladingsweerstand. De optie Uitvoerselectie biedt een afregelingsfunctie die u kunt gebruiken om dergelijke variaties te compenseren.
  • Pagina 58 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken 4.1.4 De foutrespons voor het uitvoerbereik instellen Een Bereikfout doet zich voor wanneer een gemeten waarde binnen de capaciteit van de analyser ligt, maar het kalibratiebereik van de sonde overschrijdt. Het kunnen Onderbereik Overbereik fouten zijn.
  • Pagina 59 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken De alarmen instellen 4.2.1 Een alarm configureren N.B.: Een actief alarm wordt aangegeven door een 'Play' symbool en het alarm dat voor de wijziging wordt gekozen, wordt geel gemarkeerd. De moisture.IQ heeft twee optionele alarmen (A en B) voor elk van de zes kanalen. Als u deze alarmen wilt Alarmen configureren, raadpleegt u de schematische menuvoorstelling in Figuur 77 op pagina 102 en drukt u op de rechterkant van het hoofdtouchscreen om een scherm te openen dat lijkt op het scherm in Figuur 47 hieronder.
  • Pagina 60 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken 4.2.2 Het gekozen alarm testen Voer deze stappen uit om het alarm te testen: Kanaal (1 tot 6) Alarm (A of B) dat getest moeten worden en druk op Test Druk op het en het om een scherm te openen dat lijkt op het scherm in Figuur 48 hieronder.
  • Pagina 61 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken 4.2.3 De foutrespons voor het alarmbereik instellen Een Bereikfout doet zich voor wanneer een gemeten waarde binnen de capaciteit van de analyser ligt, maar het kalibratiebereik van de sonde overschrijdt. Het kunnen Onderbereik Overbereik fouten zijn.
  • Pagina 62 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken Loginvoeren aanmaken en gebruiken Voor het aanmaken en gebruiken van loginvoeren raadpleegt u de schematische menuvoorstelling Figuur 77 op Logger pagina 102 en drukt u op op het hoofdtouchscreen om een scherm te openen dat lijk op Figuur 50 hieronder. Figuur 50: Scherm voor instelling van de logger De volgende loggingfuncties zijn beschikbaar op het scherm Setup logger: •...
  • Pagina 63 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken • De knop Creëer log: Creëer log Druk op om het scherm Logcreator te openen, zoals weergegeven in Figuur 51 hieronder. Figuur 51: Scherm Logcreator Voer de Logbestandnaam, de Starttijd, de Eindtijd, de Separator (Komma of Tabblad), het Logtype...
  • Pagina 64 Hoofdstuk 4. De Uitvoeren, Alarmen and Logger Menu's gebruiken [geen inhoud op deze pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 65 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken De sondes configureren Nadat de meter is ingesteld, moeten de aangesloten sondes geconfigureerd en gekalibreerd worden. Ook al zijn de sondes fysiek aangesloten op de achterkant van de elektrakast, toch moet u de moisture.IQ programmeren voor het soort metingen dat de sonde moet uitvoeren.
  • Pagina 66 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.1.1 Het Sondeconfiguratie-scherm Sondeconfig Druk op om het scherm Sondeconfiguratie te openen (zie Figuur 53 hieronder). Figuur 53: Sondeconfiguratie-scherm Op het rooster Kanaal vs. Stand kunt u de geïnstalleerde sondes op elk kanaal activeren. Zie Tabel 8 op pagina 57 voor de beschikbare meetstanden en -eenheden.
  • Pagina 67 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken Tabel 8: Beschikbare meetstanden en eenheden Geselecteerde Weergegeven Weergegeve meetstand Beschrijving van de eenheid meetstand neenheden Zuurstof % = percentage zuurstof (standaard) Zuurstof PPM = deeltjes per miljoen Zuurstof PPB = deeltjes per miljard Zuurstof µ...
  • Pagina 68 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken Tabel 8: Beschikbare meetstanden en eenheden Geselecteerde Weergegeven Weergegeve meetstand Beschrijving van de eenheid meetstand neenheden Druk kPa(a) = KiloPascal absoluut (standaard) Druk kPa(a) mPa(a)= MegaPascal absoluut Druk MPa(a) Pa(g) = Pascal, absoluut Druk Pa(a) kPa(g) = KiloPascal, volume Druk kPa(g)
  • Pagina 69 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.1.2 Delta F zuurstofsensorsondes configureren Er zijn 13 beschikbare selecties voor de Delta F zuurstofsensorsondes. Ze worden gemarkeerd via het hokje in het venster Sondeconfiguratie, hieronder in Figuur 54 weergegeven. Figuur 54: Configuratiescherm voor de Delta F-sonde De Delta F zuurstofsensorsondes zijn verkrijgbaar in de volgende twee modellen: •...
  • Pagina 70 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.1.3 Individuele kanalen kalibreren Configuratie, Op het hoofdscherm drukt u op vervolgens op Sondeconfig, en dan op Referentiewaarden om het scherm Kanaalkalibratie te openen. Figuur 56: Kanalen kalibreren Op het scherm Kanaalkalibratie voert u de hoge en lage waarden in die geleverd zijn met uw dummy sondes in Vinkje hun eigen dozen onder Externe referenties.
  • Pagina 71 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.1.4 Het automatische kalibratieschema voor de sonde instellen Als u de frequentie van de Automatische kalibratie functie wilt instellen, gaat u als volgt te werk: Setup automatische kalibratie In het venster Sondeconfiguratie drukt u op voor toegang tot het scherm Automatisch kalibratie-interval instellen voor de gewenste sonde (zie Figuur 57 hieronder).
  • Pagina 72 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken De sondes kalibreren Bij nieuwe moisture.IQ-systemen heeft Panametrics de benodigde kalibratiedata voor alle gekochte vocht- en zuurstofsensors al ingevoerd. U moet deze data echter voorafgaand aan de opstart verifiëren. U moet ook nieuwe kalibratiedata invoeren als u een sonde uit voorraad installeert of een transmitter op de hulpinvoeren aansluit. N.B.: Voor vochtmeting hoeft u alleen de kalibratiedata van M-serie sondes in te voeren.
  • Pagina 73 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken Voor elke gekozen invoer bevat de tabel onder de twee knoppen data-invoerhokjes voor 2 tot 16 meetpunten. De vier knoppen rechts van de tabel worden gebruikt om de kalibratiedata naar wens te wijzigen en de rangschikken.
  • Pagina 74 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken Tags toewijzen aan invoeren Met de moisture.IQ kunnen gebruikers tags aanwijzen om het display van de invoerparameters aan te passen. Het instrument accepteert een apart etiket met 9 karakters voor elke invoer. Als u invoeren wilt taggen, doet u als volgt: Figuur 59: Tags instellen In het scherm Configuratiemenu drukt u op om het scherm voor de taginstelling te openen.
  • Pagina 75 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken Gebruikersinformatie invoeren Raadpleeg de schematische menuvoorstelling in Figuur 78 op pagina 103 en Figuur 52 op pagina 55 (het scherm Configuratiemenu) om de volgende gebruikersinformatie in te voeren: • Gebruikersfuncties (zie “Gebruikersfuncties invoeren” op pagina 65) •...
  • Pagina 76 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken Figuur 61: Gebruikersfunctieformule-scherm De knoppen in Figuur 61 hierboven maken het mogelijk standaard wiskundige functies in te voeren en data in vooraf gedefinieerde gebruikerstabellen op te zoeken (zie “Door de gebruiker gedefinieerde tabellen invoeren” op pagina 67).
  • Pagina 77 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.4.2 Door de gebruiker gedefinieerde tabellen invoeren Ter ondersteuning van door de gebruiker gedefinieerde functies, kunnen in de moisture.IQ tot zes door de gebruiker gedefinieerde tabellen (aangegeven als Tabel A Tabel F) met niet-lineaire of empirische data ingevoerd worden.
  • Pagina 78 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.4.3 Gebruikersconstanten invoeren Door de gebruiker gedefinieerde constanten kunnen worden vervangen door Dauwpunt (°C), Temperatuur (°C) en Druk (Pa) metingen in alle meterberekeningen. Bovendien kunt u alle gemeten PPMv-vochtwaarden vermenigvuldigen met een specifieke constante (de standaard multiplicator is 1,000). Op het scherm Configuratiemenu (zie Figuur 52 op pagina 55) drukt u op Constanten en u ziet het scherm Setup...
  • Pagina 79 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.4.4 Verzadigingsconstanten invoeren De Wet van Henry geldt voor ppmw vochtmetingen in alle organische vloeistoffen. De wet zegt het volgende: "Bij een constante temperatuur is de hoeveelheid van een specifiek gas dat in een specifiek soort vloeistof met een specifiek volume wordt opgelost, evenredig aan de deeldruk van dat gas in evenwicht met die vloeistof."...
  • Pagina 80 Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken 5.4.4.1 Verzadigingsconstanten met de hand invoeren Figuur 66: Constanten met de hand invoeren Als u de Cs-waarden van uw toepassing met de hand wilt invoeren, gaat u als volgt te werk: Handmatige invoer. Selecteer Kanaal Druk op om het kanaal te kiezen waarop de Cs-curve moet worden toegepast.
  • Pagina 81 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie Instelling van de communicatie van de moisture.IQ Comms Het deel van het Configuratiemenu wordt gebruikt om alle communicaties voor de moisture.IQ in te stellen (zie Figuur 79 op pagina 104). Dit omvat de volgende opties: •...
  • Pagina 82 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie De Modbus aansluiting configureren Voor de configuratie van de Modbus aansluiting van de moisture.IQ doet u als volgt: Op het scherm Configuratiemenu (zie Figuur 52 op pagina 55) drukt u op Modbus en u ziet het scherm Setup Modbus dat lijkt op Figuur 68 hieronder.
  • Pagina 83 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie N.B.: In dit hoofdstuk wordt aangenomen dat u hoofdstukken 1 en 2 hebt gelezen en dat u bekend bent met de werking en installatie van de elektronica en de gebruikersinterface van de moisture.IQ. N.B.: Neem contact op met uw netwerkbeheerder om de juiste informatie te verkrijgen voor het volgende deel.
  • Pagina 84 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie 6.4.2 Functionaliteit van de Ethernet-aansluiting BELANGRIJK: Poort 80 De Webserver opent wanneer hij aan staat. BELANGRIJK: poort 5900 -aansluiting opent (door de gebruiker configureerbaar) wanneer hij Met de moisture.IQ zijn er twee methodes voor externe toegang en regeling: •...
  • Pagina 85 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie Alleen de Beheerder kan de andere gebruikersaccounts toevoegen, wijzigen of verwijderen. Als u wilt inloggen als de Beheerder Configuratie > Gebruikersbeheer kiest u om een Inloggen scherm te openen dat lijkt op Figuur 70 hieronder.
  • Pagina 86 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie 6.4.2.2 Het Operator account Operator Operator account is voorzien voor de dagelijkse aansturing van de moisture.IQ. Standaard heeft de dezelfde toegangsrechten als de Beheerder, maar hij kan andere accounts niet creëren of wijzigen. Via het Operator account kan de gebruiker het volgende doen: •...
  • Pagina 87 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie Op het scherm Configuratiemenu (zie Figuur 52 op pagina 55) drukt u op en u ziet het scherm Setup VNC dat lijkt op Figuur 72 hieronder. Figuur 72: Setup VNC-scherm VNC-server VNC-server Als de knop aangeeft dat de momenteel is, drukt u op deze knop om de...
  • Pagina 88 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie De webserver configureren BELANGRIJK: Poort 80 De Webserver opent wanneer hij op staat. Toegang tot de moisture.IQ is mogelijk met een webbrowser als de Webserver aan staat. Als u de Webserver wilt configureren, voert u de volgende stappen uit: Op het scherm Configuratiemenu (zie Figuur 52 op pagina 55) drukt u op Webserver en u ziet het scherm Setup...
  • Pagina 89 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie Gebruikersbeheerfuncties Gebruikersbeheer Met de optie kunt u de moisture.IQ instellen en de toegang controleren voor gebruikers van Webserver en VNC (zie eerder). Druk op de knop voor de gewenste communicatie-optie om de parameters in te voeren.
  • Pagina 90 Hoofdstuk 6. Instelling van de communicatie Een externe aansluiting op een pc instellen Als een praktisch voorbeeld van het gebruik van de communicatiefuncties die in de vorige delen staan beschreven, wordt hieronder de procedure beschreven voor aansluiting van de moisture.IQ op een externe via een Local Area Network (LAN).
  • Pagina 91 Hoofdstuk 7. Onderhoud Hoofdstuk 7. Onderhoud WAARSCHUWING! U mag geen andere onderhoudswerkzaamheden aan de moisture.IQ uitvoeren dan in dit deel staat aangegeven. Doet u iets anders, kan het toestel beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde: •...
  • Pagina 92 Hoofdstuk 7. Onderhoud 7.1.2 De elektrolyt bijvullen Zodra de zuurstofcel de eerste lading elektrolyt ontvangt, moet u het niveau regelmatig controleren. Het vloeistofniveau mag niet onder de markering op het venster zakken. WAARSCHUWING! De elektrolyt bevat een sterk bijtend bestanddeel dat schadelijk is bij contact met de ogen of de huid.
  • Pagina 93 Hoofdstuk 7. Onderhoud 7.3.2 De kalibratie van de zuurstofcel controleren N.B.: Als het meetbereik duidelijk lager is dan het bereikgas dat u gebruikt, kunt u ervoor kiezen om het PPM O2 µA-waarde gehalte van het bereikgas en de gemeten in te voeren, in plaats van de volgende procedure te volgen.
  • Pagina 94 Hoofdstuk 7. Onderhoud Correctiefactoren voor het achtergrondgas van de Delta F zuurstofcel De kalibratieprocedure in de fabriek voor de Delta F zuurstofcel maakt gebruik van stikstof als het achtergrondgas. De moisture.IQ zal de zuurstof onjuist meten als de transportsnelheid van de zuurstof door de diffusiebarrière van de cel gebaseerd is op een ander achtergrondgas.
  • Pagina 95 Hoofdstuk 7. Onderhoud 7.4.2 De correctiefactor van het achtergrondgas invoeren Als u de correctiefactor van het achtergrondgas wilt veranderen, gaat u als volgt te werk: N.B.: De standaardinstelling voor de correctiefactor is 1,00. Kies de juiste correctiefactor uit Tabel 10 hieronder. Programmeer de correctiefactor zoals beschreven in “Gebruikersconstanten invoeren”...
  • Pagina 96 Hoofdstuk 7. Onderhoud [geen inhoud op deze pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 97 Hoofdstuk 8. Troubleshooting Hoofdstuk 8. Troubleshooting De moisture.IQ behoeft geen onderhoud en is ontworpen voor een probleemloze werking; het is echter mogelijk dat procesomstandigheden en andere factoren kleine problemen veroorzaken. Enkele van de meest voorkomende problemen en procedures komen in dit deel aan de orde. Aarzel niet om contact op te nemen met Panametrics als u de informatie die u nodig hebt hier niet kunt vinden.
  • Pagina 98 Hoofdstuk 8. Troubleshooting Tabel 11: Schermberichten en de mogelijke oorzaken Schermbericht Mogelijke oorzaak Systeemrespons Actie f ( ): Ongeldig Gebruikersfunctie Gebruikersfunctie Gebruikersfunctie opnieuw ongeldig. ongeldig. invoeren of controleren. f ( ): Delen door 0 Gebruikersfunctie heeft Storingsbericht. Controleer de logica van de geprobeerd door nul te gebruikersfunctie.
  • Pagina 99 Hoofdstuk 8. Troubleshooting Tabel 11: Schermberichten en de mogelijke oorzaken Schermbericht Mogelijke oorzaak Systeemrespons Actie 'Stand' storing – Het invoersignaal van de Alarmen en uitvoeren Als de meting niet boven de 'Stand' wordt sonde is groter dan de reageren volgens de schaal zou moeten vallen, vervangen door een capaciteit van de...
  • Pagina 100 Hoofdstuk 8. Troubleshooting Vaak voorkomende problemen Als de meetwaarden van de moisture.IQ vreemd lijken of onlogisch zijn, kan er een probleem zijn met de sonde of het verwerkingssysteem. Tabel 12 hieronder bevat enkele van de meest voorkomende meetproblemen. Tabel 12: Informatie voor het oplossen van vaak voorkomende problemen Symptoom Mogelijke oorzaak Systeemrespons...
  • Pagina 101 Hoofdstuk 8. Troubleshooting Tabel 12: Informatie voor het oplossen van vaak voorkomende problemen Symptoom Mogelijke oorzaak Systeemrespons Actie Het scherm De sonde is verzadigd. Reinig de sensor en het sensorscherm zoals bevat altijd de Vloeibaar water beschreven in document 916-064 Basic natste aanwezig op het Panametrics Hygrometry Principles...
  • Pagina 102 Hoofdstuk 8. Troubleshooting [geen inhoud op deze pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 103 Hoofdstuk 9. Specificaties Hoofdstuk 9. Specificaties Elektronica 9.1.1 Intrinsiek veilig Alle niet-hulpinvoeren zijn intrinsiek veilig door interne isolatie en energiebeperkende circuits. 9.1.2 Invoeren Er zijn twee modulepoorten beschikbaar. Elke modulepoort is geschikt voor een 1-kanaals- of 3-kanaalsmodule. Elk kanaal accepteert: •...
  • Pagina 104 Hoofdstuk 9. Specificaties Vochtmeting 9.2.1 Type Panametrics Moisture Image serie en M-serie sondes met dun aluminiumoxidefolie. 9.2.2 Kalibratiebereiken (dauw- en vriespunten) • Standaard: +10°C tot -80°C met data van +20°C tot -110°C • Ultralaag: -50°C tot -100°C met data tot -110°C 9.2.3 Nauwkeurigheid (dauw- en vriespunt) •...
  • Pagina 105 Hoofdstuk 9. Specificaties Zuurstofmeting 9.5.1 Type Elektrochemische sensor 9.5.2 Beschikbare bereiken • 0 tot 0,5 / 5 / 50 ppm • 0 tot 1 / 10 / 100 ppm • 0 tot 10 / 100 / 1000 ppm • 0 tot 100 / 1000 / 10.000 ppm •...
  • Pagina 106 Hoofdstuk 9. Specificaties Uitvoerspecificaties 9.7.1 Analoog Zes per 3-KAN module, twee per 1-KAN module Intern geïsoleerd 12 bit (0,025% resolutie) 9.7.2 Standaard met een schakelaar selecteerbare uitgangen • 0 tot 2 V, 10K Ohm minimale belastingweerstand • 0 tot 20 mA, 400 Ohm maximale serieweerstand •...
  • Pagina 107 Hoofdstuk 9. Specificaties Invoerspecificaties 9.8.1 Capaciteit N.B.: Elke module kan als één of drie kanalen worden geconfigureerd. 1 tot 6 kanalen vocht 1 tot 6 kanalen temperatuur 1 tot 6 kanalen druk 1 tot 6 kanalen zuurstof 2 hulpinvoeren per geïnstalleerd kanaal N.B.: De invoeren kunnen worden gebruikt voor 0 tot 2 mA, 4 tot 20 mA en op spanning gebaseerde transmitter in het -1 tot +4 Voltbereik, inclusief apparatuur zoals zuurstofanalysers, thermische geleidbaarheidsanalysers,...
  • Pagina 108 Hoofdstuk 9. Specificaties 9.9.1.7 Scheiding Moisture Image-serie sonde / analyser 915 m met de meegeleverde kabel. 9.9.1.8 Kabel voor Moisture Image-serie sonde / analyser Onafgeschermd, getwist paar, maximale lusweerstand van 100 Ohm 9.9.1.9 Ingebouwde temperatuursensor (optioneel) Type: Thermistor netwerk Bedrijfsbereik: -30°C tot +70°C Nauwkeurigheid: ±...
  • Pagina 109 Hoofdstuk 9. Specificaties 9.9.3 Delta F zuurstofcel Type Coulometrische, elektrolytische zuurstofsensorcel die niet leeg kan raken Beschikbare cellen ppb O -bereik • DFOX-1, 0 tot 500 ppb/ 5 ppm/ 50 ppm, 1/4 VCR +/- 3% van de afgelezen waarde of 25 ppb ppm O -bereik •...
  • Pagina 110 Hoofdstuk 9. Specificaties Monstervereisten Inlaatdruk • 0,013 barg tot 0,06 barg) (standaardbereik) Doorstroomhoeveelheid 0,5 tot 1,5 SCFH Vocht Geen limieten (voorkom condensatie) Olie/oplossingsmist • Minder dan 0.5 mg/ft (standaardbereik) • Groter dan 0,5 mg/ft (gebruik filter) Vaste deeltjes • Minder dan 2,0 mg/ft (standaardbereik) •...
  • Pagina 111 Bijlage A. Schematische menuvoorstellingen Bijlage A. Schematische menuvoorstellingen De schematische menuvoorstelling Instellingen HOOFDMENU Instellingen [**alleen explosie- en weersbestendig] [*weergegeven op alle schermen] Instellen [**alleen explosie- en weersbestendig] [voor kanalen 1-6] Service Figuur 76: De schematische menuvoorstelling Instellingen moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 112 Bijlage A. Schematische menuvoorstellingen De schematische menuvoorstelling Uitvoeren, Alarmen en Logger HOOFDMENU Uitvoerselectie Metingselectie [*weergegeven op alle schermen] Alarmselectie Metingselectie Instelling logger Contextgevoelige hulp [*weergegeven op alle schermen] Figuur 77: De schematische menuvoorstelling Uitvoeren, Alarmen en Logger moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 113 Bijlage A. Schematische menuvoorstellingen De schematische menuvoorstelling Configuratie>Sonde en Gebruiker HOOFDMENU Comms [zie volgende schematische menuvoorstelling] Sonde [*weergegeven op [**voor 6 kanalen x 6 standen] alle schermen] Gebruiker Figuur 78: De schematische menuvoorstelling Configuratie>Sonde en Gebruiker moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 114 Bijlage A. Schematische menuvoorstellingen De schematische menuvoorstelling Configuratie >Communicatie HOOFDMENU Sonde [zie vorige schematische menuvoorstelling] Gebruiker [zie vorige schematische menuvoorstelling] Comms [*weergegeven op alle schermen] Figuur 79: De schematische menuvoorstelling Configuratie>Communicatie moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 115 Bijlage B. Bedradingsschema's Bijlage B. Bedradingsschema's Aansluitblokken Figuur 80: moisture.IQ Bedrading — Aansluitblokken en achteraanzicht (tek. 702-1542B, blad 1) moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 116 Bijlage B. Bedradingsschema's Kanaalconfiguraties achteraanzicht Figuur 81: moisture.IQ Bedrading — Kanaalconfiguratie achteraanzicht (tek. 702-1542B, blad 2) moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 117 Bijlage B. Bedradingsschema's Stroombedrading Figuur 82: moisture.IQ Bedrading— Stroombedrading (tek. 702-1542B, blad 3) moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 118 Bijlage B. Bedradingsschema's RS-485 Bedrading Pen 5: Aardverinding Pen 2: Inverterend (-) RS-485 Halfduplex Pen 8: Niet-inverterend (+) RS-485 Halfduplex Figuur 83: RS-485 Bedrading moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 119 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten De chassis firmware updaten Schakel de moisture.IQ in. Laad de bijgewerkte firmware in de UPDATE map op de USB-stick. Steek de USB-stick (met de software-update) in de moisture.IQ (zie Figuur 84 voor rack- of paneelbevestiging, Figuur 85 voor weerbestendig/explosiebestendig).
  • Pagina 120 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten Druk op het hoofdscherm op Instellingen (zie Figuur 86 hieronder). Figuur 86: Instellingenknop op het hoofdscherm In het deel Service (zie Figuur 87 hieronder) drukt u op Software updaten. Als de knop Software updaten grijs is, controleert u of de USB-stick juist in de USB-poort steekt.
  • Pagina 121 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten De moisture.IQ vraagt om bevestiging of u de software wilt updaten (zie Figuur 88 hieronder). Druk op Ja. Figuur 88: Updatebevestiging Het duurt enige minuten om de software te updaten. Tijdens de update is het scherm dat hieronder in Figuur 89 is weergegeven, open.
  • Pagina 122 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten Na afloop van de software-update wordt u gevraagd de meter opnieuw te starten (zie Figuur 90 hieronder). Druk op Opnieuw starten om de moisture.IQ opnieuw te starten. Figuur 90: Scherm voor opnieuw starten De meter start opnieuw met de bijgewerkte firmware. moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 123 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten De firmware van de moisture.IQ firmware updaten Laad de bijgewerkte firmware in de UPDATE map op de USB-stick. Steek de USB-stick (met de software-update) in de moisture.IQ (zie Figuur 91 voor rack- of paneelbevestiging, Figuur 92 voor weerbestendig/explosiebestendig).
  • Pagina 124 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten Druk op het hoofdscherm op Instellingen (zie Figuur 93 hieronder). Figuur 93: Instellingenknop op het hoofdscherm Onder Configuratie drukt u op Module (zie Figuur 94 hieronder). Figuur 94: Module updaten moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 125 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten Druk op de module waarvan de firmware een update moet krijgen. Die module wordt blauw gemarkeerd en de knop Firmware updaten wordt beschikbaar (zie Figuur 95 hieronder). Als de knop Firmware updaten grijs is, con- troleert u of de USB-stick juist in de USB-poort steekt.
  • Pagina 126 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten Het duurt enige minuten om de software te updaten. Tijdens de update is het scherm dat hieronder in Figuur 97 is weergegeven, open. Figuur 97: De firmware installeren Na de update (zie Figuur 98 hieronder) kunt u de meter verlaten. Druk op Verlaten. Figuur 98: Installatie succesvol moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 127 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten Het scherm Module setup geeft nu de bijgewerkte versie van de firmware weer (zie Figuur 99 hieronder). Figuur 99: Module met bijgewerkte firmware moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 128 Bijlage C. De moisture.IQ firmware updaten [blanco pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 129 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Bijlage D. Modbus-registratiekaart N.B.: De Modbus-registratiekaart in Tabel 13 hieronder, heeft enkele velden in grijze hokjes. Deze worden momenteel niet ondersteund en geven een waarde van -1,0. Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen...
  • Pagina 130 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist 2128 32-bit Houden lezen vlottend (0x03) Bereik 2130 32-bit Houden lezen vlottend (0x03) Kanaal 2 / Uitvoer 200 2212 32-bit Houden lezen Als TESTSTAND Uitvoer A (schaalpercen...
  • Pagina 131 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Type 306 2306 32-bit heel Houden lezen 1 = 4-20 mA, 2 = getal (0x03) 0-20 mA, 3 = 0-2 308 2308 32-bit Houden lezen vlottend...
  • Pagina 132 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Status 422 2422 32-bit heel Houden lezen 2 = TESTSTAND, getal (0x03) Al het overige = bedrijfsstand Eenheden 424 2424 32-bit heel Houden lezen Meting/unitcode getal...
  • Pagina 133 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Kanaal 6 / Uitvoer 600 2612 32-bit Houden lezen Als TESTSTAND Uitvoer A (schaalpercen vlottend (0x03) actief is, wordt tage) uitvoer naar waarde geforceerd Status...
  • Pagina 134 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Lager 3108 32-bit Houden lezen instelpunt vlottend (0x03), Meerdere schrijven (0 x 10) Bovenste 3110 32-bit Houden lezen instelpunt vlottend (0x03), Meerdere schrijven (0 x 10)
  • Pagina 135 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Kanaal 2 / Status 220 3220 32-bit heel Invoer lezen 1 = Aan Alarm B getal (0x04) 0 = Uit Status 3222 32-bit heel Houden lezen...
  • Pagina 136 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Lager 328 3328 32-bit Houden lezen instelpunt vlottend (0x03), Meerdere schrijven (0 x 10) Bovenste 330 3330 32-bit Houden lezen instelpunt vlottend (0x03), Meerdere...
  • Pagina 137 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Status 502 3502 32-bit heel Houden lezen 0 = Uitgeschakeld, getal (0x04) 1 = Ingeschakeld Eenheden 504 3504 32-bit heel Houden lezen Meting/unitcode getal (0x03)
  • Pagina 138 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Lager 608 3608 32-bit Houden lezen instelpunt vlottend (0x03), Meerdere schrijven (0 x 10) Bovenste 3610 32-bit Houden lezen instelpunt vlottend (0x03), Meerdere schrijven...
  • Pagina 139 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Hygro - PPMv 5110 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Hygro - PPBv 5112 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Hygro - PPMw 14 5114 32-bit Invoer lezen...
  • Pagina 140 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Druk - Pa - 5154 32-bit Invoer lezen absoluut vlottend (0x04) Druk - Bar - 5156 32-bit Invoer lezen absoluut vlottend (0x04) Druk - A 5158...
  • Pagina 141 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Hygro - PPBv 5212 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Hygro - PPMw 114 5214 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Hygro - RV% 5216 32-bit Invoer lezen...
  • Pagina 142 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Druk - Bar - 5256 32-bit Invoer lezen absoluut vlottend (0x04) Druk - A 5258 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - PSIa 5260 32-bit Invoer lezen...
  • Pagina 143 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Hygro - PPMw 214 5314 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Hygro - RV% 5316 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Hygro - 5318 32-bit Invoer lezen...
  • Pagina 144 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Druk - A 258 5358 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - PSIa 260 5360 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - PSIg 262 5362 32-bit Invoer lezen...
  • Pagina 145 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Hygro - RV% 5416 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Hygro - 5418 32-bit Invoer lezen Lbs/MMSCF vlottend (0x04) (ideaal gas) Hygro - 320 5420 32-bit Invoer lezen...
  • Pagina 146 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Druk - PSIa 360 5460 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - PSIg 362 5462 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - mm Hg 364 5464 32-bit Invoer lezen vlottend...
  • Pagina 147 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Hygro - 5518 32-bit Invoer lezen Lbs/MMSCF vlottend (0x04) (ideaal gas) Hygro - 420 5520 32-bit Invoer lezen Lbs/MMSCF vlottend (0x04) (aardgas) Hygro - PPMv 422 5522...
  • Pagina 148 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Druk - PSIg 462 5562 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - mm Hg 464 5564 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - FP 466 5566 32-bit...
  • Pagina 149 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Hygro - 5618 32-bit Invoer lezen Lbs/MMSCF vlottend (0x04) (ideaal gas) Hygro - 520 5620 32-bit Invoer lezen Lbs/MMSCF vlottend (0x04) (aardgas) Hygro - PPMv 522 5622...
  • Pagina 150 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Druk - PSIg 562 5662 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - mm Hg 564 5664 32-bit Invoer lezen vlottend (0x04) Druk - FP 566 5666 32-bit...
  • Pagina 151 Bijlage D. Modbus-registratiekaart Tabel 13: Modbus-registratiekaart Functie Parameter Subparameter ID Modbu Type Toeg Modbus- Aantal Opmerkingen sadres verzoek regist Module A - 10100 32-bit heel Invoer lezen 0 = Geen modules Aantal getal (0x04) geïnstalleerd, kanalen 1 = Module A geïnstalleerd, 2 = Module B geïnstalleerd,...
  • Pagina 152 Bijlage D. Modbus-registratiekaart [blanco pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 153 Index Delta F zuurstofcel Aansluitingen Achtergrondgascorrectie ......84 Bemonsteringssysteem ....... . . 6 Elektrische specificaties .
  • Pagina 154 Index Metingen Helderheid ..........36 Display .
  • Pagina 155 Index Sondes VNC-server, configureren ....... . .76 Configuratie ........55, 56 Vochtsondes Herkalibreren.
  • Pagina 156 Index [blanco pagina] moisture.IQ Handleiding...
  • Pagina 157 Panametrics Panametrics Certificering en veiligheidsverklaringen Certificering en veiligheidsverklaringen van de moisture.IQ Hygrometer Installatie Bij de installatie van dit apparaat moet aan de volgende vereisten worden voldaan: • Het temperatuurvermogen van de veldbedrading moet 70°C of hoger zijn. • De ongebruikte ingangen van de XP-versie moeten met geschikte en gecertificeerde afsluitelementen worden afgesloten.
  • Pagina 158 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS AND MAY NOT BE PANAMETRICS Figuur 101: WP/XP-systeem certificatietekening (tek. 752-513_revB, blad 1 van 5) PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 102: WP-plaat (tek. 752-513_revB, blad 2 van 5) CSS-0011, Herz.
  • Pagina 159 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 103: WP-plaat (tek. 752-513_revB, blad 3 van 5) PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 104: XP-plaat (tek. 752-513_revB, blad 4 van 5) CSS-0011, Herz. C 6 van 10...
  • Pagina 160 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 105: Chassis (tek. 752-513_revB, blad 5 van 5) PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 106: Tafelmontage configuratie (tek. 712-1889_revA, blad 1 van 3) CSS-0011, Herz. C 6 van 10...
  • Pagina 161 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 107: Rekmontage configuratie (tek. 712-1889_revA, blad 2 van 3) PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 108: paneelmontage configuratie (tek. 712-1889_revA, blad 3 van 3) CSS-0011, Herz. C 6 van 10...
  • Pagina 162 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS Figuur 109: SS WP Installatie overzichtstekening (tek. 712-2126_revB, blad 1 van 1) PANAMETRICS PANAMETRICS PANAMETRICS AND MAY NOT BE PANAMETRICS Figuur 110: XP Installatie overzichtstekening (tek. 712-2127_revA, blad 1 van 1) CSS-0011, Herz.
  • Pagina 163 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 • Het product kan niet door de gebruiker worden gerepareerd. Het moet vervangen worden door een product met een equivalente certificatie. Reparaties mogen uitsluitend door de fabrikant of een erkend reparateur worden uitgevoerd.
  • Pagina 164 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 Figuur 112: Rek/tafel/paneel etiket van Shannon, Ierland (tek. 442-1492-02) PANAMETRICS Figuur 113: Explosiebestendig etiket van Billerica, USA (tek. 442-1855-01_revB) PANAMETRICS Figuur 114: Explosiebestendig etiket van Shannon, Ierland (tek. 442-1855-02_revB) Figuur 115: Rvs weersbestendig etiket van Billerica, USA (tek. 442-1875-01_revB) CSS-0011, Herz.
  • Pagina 165 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 Figuur 116: Rvs weersbestendig etiket van Shannon, Ierland (tek. 442-1875-02_revB) Figuur 117: Glasvezel weersbestendig etiket van Billerica, USA (tek. 442-1875-03_revB) Figuur 118: Glasvezel weersbestendig etiket van Shannon, Ierland (tek. 442-1875-04_revB) CSS-0011, Herz. C 6 van 10...
  • Pagina 166 Certificering en veiligheidsverklaringen van moisture.IQ Hygrometer September 2015 CSS-0011, Herz. C 6 van 10...
  • Pagina 167 Panametrics EC CONFORMITEITS- VERKLARING Wij, Panametrics 1100 Technology Park Drive Billerica, MA 01821 verklaren volledig op onze eigen verantwoordelijkheid dat de moisture.IQ multifunctionele vochtanalyser met meerdere kanalen waarop deze verklaring betrekking heeft, aan de volgende normen voldoet: • EN 60079-0: 2012 •...
  • Pagina 168 [blanco pagina]...
  • Pagina 170 E-mail: mstechsupport@bakerhughes.com Copyright 2021 Baker Hughes company. This material contains one or more registered trademarks of Baker Hughes Company and its subsidiaries in one or more countries. All third-party product and company names are trademarks of their respective holders. BH023C11 DU E (12/2021)