Inhoudsopgave
Advertenties
2.5.2
Berekening tussenruimte transducer
LET OP!
2.5.3
Bevestiging van de PT9-opklemhouder
Volg de onderstaande stappen om de PT9-opklemhouder (zie Afbeelding 7 hieronder) op de pijp te bevestigen:
1.
Raadpleeg Afbeelding 8 op pagina 10 voordat u de opklemhouder bevestigd en ga als volgt te werk:
• Zorg ervoor dat de schroeven van het kettingmechanisme (A) die zich op het platte uiteinde bevinden, volledig
losgemaakt zijn.
• Zorg ervoor dat de laatste schakel in de ketting is vastgezet in de schroefgroef van het kettingmechanisme (B)
op beide kanten van het uiteinde.
• Controleer of de vleugelschroef (C) is vastgezet op de beweegbare klem, zodat geen beweging mogelijk is
tijdens het bevestigingsproces.
2.
Selecteer een bevestigingslocatie op de pijplijn voor de opklemhouder die aan de volgende vereisten voldoet (zie
Afbeelding 9 hieronder):
• Een recht pijpkanaal dat minimaal 10 nominale pijpdiameters (zonder hulpstukken of bochten) doorloopt, vóór
de stroomopwaartse transducer
• Een recht pijpkanaal dat ten minste 5 nominale pijpdiameters (zonder hulpstukken of bochten) doorloopt, na
de stroomafwaartse transducer
• Een ruimte van minimaal 150 mm (6 inch) vanaf de buitenrand van elk uiteinde naar de dichtstbijzijnde
verbinding, las of naaf in de pijplijn
TransPort® PT900 Gebruikershandleiding
De vereiste tussenruimte voor de transducer wordt door de APP berekend nadat u de
menu's PIJP, VLOEISTOF, TRANSDUCER en PLAATSING hebt geprogrammeerd. Voordat u
verder gaat met de installatie, moet u de programmering zoals vermeld in Hoofdstuk 4.
Programmeren op pagina 57 tot "De transducertussenruimte weergeven" op pagina 73
voltooien. Gebruik de berekende transducertussenruimte in de volgende hoofdstukken.
Afbeelding 7: PT9-opklemhouder met CRR-transducers
Afbeelding 8: Voorlopige opstelling
Hoofdstuk 2. Installatie
7
Advertenties
Inhoudsopgave
