Papierformaat en -type instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en -type instellen met
behulp van de knoppen op het bedieningspaneel.
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten overeenkomen om af te
drukken zonder dat er een foutmelding voor verkeerd papier wordt gegeven.
Om de papierinstelling die op de machine is ingesteld te wijzigen, kunt u deze instellen op het
bedieningspaneel.
Vervolgens kunt u het papiertype instellen via het venster Voorkeursinstellingen voor
afdrukken > het tabblad Papier > de optie Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 53).
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere
niveaus te gaan.
1
Selecteer
(Menu) > Papier > u wilt de lade selecteren > Papiergrootte of Type papier op
het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie.
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
4
Druk op
(Annuleren) om terug te keren naar de gereedmodus.
Als u papier met speciale afmetingen wilt gebruiken, zoals factuurpapier, selecteert u het
tabblad Papier > Formaat > Bewerken... en stelt u Instellingen aangepast papierformaat
in Voorkeursinstellingen voor afdrukken in (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 53).
Afdrukmateriaal en lade | 42