3
Druk de papierbreedtegeleiders van Lade 1 in en stel ze in op de breedte van het papier.
Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat
of het papier scheeftrekt.
• Volg bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal de richtlijnen voor het plaatsen
van afdrukmateriaal (zie "Afdrukken op speciale afdrukmedia" op pagina 37).
• Als vellen overlappen bij het afdrukken via Lade 1, Lade 3, verwijdert u de
overlappende vellen en probeert u opnieuw af te drukken.
4
Stel het papiertype en -formaat voor Lade 1 in als u een document wilt afdrukken (zie
"Papierformaat en -type instellen" op pagina 42).
Afdrukmateriaal en lade | 36