• Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk scheef of op
de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier vastloopt.
• Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier, omdat het
papier daardoor kan buigen.
• Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen.
• Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor kan het papier
vastlopen of kreukelen.
5
Plaats de lade terug in het apparaat.
6
Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document wilt afdrukken (zie
"Papierformaat en -type instellen" op pagina 42).
Afdrukmateriaal en lade | 34