12 www.electrolux.com
Submenu voor: Speciaal
Verwarmingsfunctie
6.4 Een verwarmingsfunctie
starten
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Selecteer het menu Verwarmings-
functies . Bevestig met OK.
3.
Stel de verwarmingsfunctie in. Beves-
tig met OK.
4.
Stel de temperatuur in. Bevestig met
OK.
Druk op
het menu Verwarmingsfuncties te
gaan. Te gebruiken als het appa-
raat is ingeschakeld.
6.5 Controlelampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie in-
schakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt.
Brood
Gratineren
Deeg laten rijzen
Borden warmen
Inmaken
Drogen
Warmhouden
Ontdooien
om rechtstreeks naar
Toepassing
Om brood te bakken.
Voor het bereiden van gerechten als lasag-
ne of aardappelgratin. Ook voor een bruin
korstje.
Om het deeg te laten rijzen voor het bak-
ken.
Om borden voor het serveren op te war-
men.
Voor het inmaak van groenten zoals augur-
ken.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals
appels, pruimen, perziken) en groenten
(zoals tomaten, courgette of champignons).
Om eten warm te houden.
Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Indicatielampje snelverhitting
Deze functie verkort de opwarmtijd. Als u
de functie wilt activeren, houdt u
conden ingedrukt. Het controlelampje
voorverwarmen wisselt.
Restwarmte
Wanneer u het apparaat uitschakelt, geeft
het display de restwarmte aan. U kunt de
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
6.6 Energie besparen
Dit apparaat bevat functies die
u helpen energie te besparen
tijdens het dagelijks koken:
• Restwarmte:
– Wanneer de verwarmingsfunctie of
een programma in werking is, wor-
den de verwarmingselementen 10%
eerder uitgeschakeld (de lamp en
ventilator blijven werken). Voor deze
functie moet de kooktijd langer zijn
3 se-