Onderhoud
4.
Voer voorlopige afstellingen uit voor wat betreft het
contact tussen snijplaat en messenkooi die geschikt
zijn voor het wetten van alle maai-eenheden. Start
de motor en stel de motor in op een laag/stationair
toerental.
5.
Schakel de messenkooien in door de schakelaar van
de aftakas op het bedieningspaneel in te schakelen.
6.
Breng wetmiddel aan met een borstel met een lange
handvat.
Wees voorzichtig wanneer u de messenkooien wet
omdat contact met de messenkooien of andere
bewegende delen kan leiden tot lichamelijk letsel.
7.
Om afstellingen uit te kunnen voeren aan de maai-
eenheden tijdens het wetten, schakelt u de messen-
kooien en de motor uit. Nadat de afstellingen zijn
uitgevoerd herhaalt u stappen 4–6.
8.
Wanneer het wetten klaar is, schakelt u de motor
uit, zet u de wetknop weet in de positie
MOW/MAAIEN, zet u de toerentalregeling van de
messenkooien op de gewenste maai-instelling en
wast u al het wetmiddel van de maai-eenheden.
NB: Extra instructies en procedures over wetten zijn
beschikbaar in het TORO Sharpening Reel & Rotary
Mowers Manual (handleiding scherpen van kooi- en
rotatiemaaiers), Form. nr. 80-300SL.
NB: Voor een betere snijrand haalt u een vijl langs de
voorrand van de snijplaat nadat het wetten is uitgevoerd.
Hierdoor worden eventuele braam en scherpe randjes
verwijderd die zich gevormd kunnen hebben op de
snijrand.
VOORBEREIDING OP
WINTERSTALLING
Tractie-eenheid
1.
Reinig grondig de tractie-eenheid de maai-eenheden
en de motor.
2.
Controleer de bandenspanning. Breng alle banden
op spanning van 97–124 kpa.
34
LET OP
3.
Controleer alle bevestigingen op speling; aanhalen
voor zover nodig.
4.
Smeer of olie alle smeer- en draaipunten. Verwijder
eventueel overtollig smeer.
5.
Bedek de Sidewinder kruisstang (Model 03201)
over de gehele lengte met een lichte olie ter
voorkoming van roestvorming. Verwijder alle olie
na de stalling.
6.
Krassen en geroeste of afgesleten lak dient lichtjes
geschuurd en bijgewerkt te worden. Deuk eventuele
deuken in de metalen carrosserie uit.
7.
Onderhoud de accu en de kabels als volgt:
A. Haal de accukabels los van de polen.
B. Reinig de accu, de polen en de posten met een
staalborstel en een sodaoplossing.
C. Bedek de kabelpolen en de accuposten met
Grafo 112X vet (Toro Onderdeelnr. 505-47) of
petroleumvet om roestvorming te voorkomen.
D. Laad de accu langzaam elke 60 dagen bij
gedurende 24 uur om loodsulfatie van de accu
te voorkomen.
Motor
1.
Tap de motorolie van de carterpan af en vervang de
aftapstop.
2.
Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een
nieuw oliefilter.
3.
Vul de carterpan met ongeveer 3,8 liter SAE
10W-30 motorolie.
4.
Start de motor en laat hem ongeveer twee minuten
stationair lopen.
5.
Schakel de motor uit.
6.
Tap grondig alle brandstof af van de brandstoftank,
de leidingen, het brandstoffilter en de water-
afscheider.
7.
Spoel de brandstoftank uit met verse, schone
dieselbrandstof.
8.
Zet alle koppelingen van het brandstofsysteem vast.