Bedieningsorganen - Toro REELMASTER 3100-D Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor REELMASTER 3100-D:
- Gebruikershandleiding (108 pagina's) ,
- Installatie-instructies (16 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (24 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsorganen
Tractiepedalen (Afb. 7)—Trap het vooruit-tractiepedaal
in om vooruit te rijden. Trap het achteruit-tractiepedaal
in om achteruit te rijden of ter ondersteuning bij het
stoppen van de machine tijdens het vooruit rijden. Laat
het pedaal ook opkomen in de neutraalstand om de
machine tot stilstand te brengen.
Maai/transportschuif (Afb. 7)—Gebruik uw hak om de
schuif naar links te bewegen om de machine te ver-
voeren en naar rechts om te maaien. De maai-eenheden
zullen uitsluitend functioneren in de maaistand.
NB: De maaisnelheid is in de fabriek ingesteld op
9,6 km/uur. Deze kan worden verhoogd of verlaagd door
de schroef van de snelheidsbegrenzer te verstellen (Afb. 8).
Afbeelding 7
1 . Vooruit-tractiepedaal
2. Achteruit-tractiepedaal
3. Maai/transportschuif
4. Hendel voor kantelen stuurwiel
5. Indicatiegleuf
Afbeelding 8
1. Schroef snelheidsbegrenzer
Hendel voor kantelen stuurwiel (Afb. 7)—Haal de
hendel naar achteren en zet het stuurwiel in de gewenste
14
4
1
2
5
3
1
stand. Duw de hendel vervolgens weer naar voren om de
stand van het stuurwiel vast te zetten.
Startschakelaar (Afb. 9)—De startschakelaar heeft drie
posities: OFF/AF, ON—PREHEAT/ON—
VOORGLOEIEN/AAN en START. Draai de sleutel in
de positie PREHEAT/ON (VOORGLOEIEN/AAN)
totdat het indicatielampje van de gloeibougie uit gaat
(ongeveer 7 seconden), en draai vervolgens de sleutel in
de positie START om de startmotor te activeren. Laat de
sleutel los als de motor start. De sleutel zal automatisch
naar de positie ON/RUN (AAN/LOPEN) gaan. Om de
motor uit te schakelen draait u de sleutel in de positie
OFF/AF. Neem de sleutel uit het contact om te voor-
komen dat de machine per ongeluk wordt gestart.
Gashendel (Afb. 9)—Door de gashendel naar voren te
zetten neemt het motortoerental toe; door hem naar
achteren te verzetten neemt het motortoerental af.
Lifthendel maai-eenheid (Afb. 9)—Om de maai-
eenheden op de grond neer te laten, zet u de lifthendel
naar voren. De maai-eenheden zullen niet omlaag gaan
als de motor niet loopt en ze zullen niet werken als ze
opgehaald zijn. Om de maai-eenheden op te halen, trekt u
de hendel naar achteren in de positie RAISE/OPHALEN.
Uitsluitend model 03201—Beweeg de hendel naar
rechts of links om de maai-eenheden in dezelfde richting
te bewegen. Dit mag alleen worden gedaan als de maai-
eenheden opgehaald zijn of als ze neergelaten zijn en de
machine in beweging is.
NB: De hendel hoeft niet in de positie vooruit gehouden
te worden terwijl de maai-eenheden neergelaten worden.
Indicatiegleuf (Afb. 9)—Door de gleuf in de bodem van
de bestuurderscabine is te zien wanneer de maai-
eenheden in de centrale positie zijn.
Schakelaar aandrijving maai-eenheden (Afb. 9)—De
schakelaar heeft twee posities: ENGAGE/INSCHAKELEN
en DISENGAGE/UITSCHAKELEN. Een wipschakelaar
stuurt een elektromagnetische klep aan die de aandrijving
van de maai-eenheden regelt.
Advertenties
Inhoudsopgave
