Beschrijving van het toestel
a Aan-uittoets
b De bovenste temperatuurzone selec-
teren
c Toets voor het instellen van de tem-
peratuur in het bovenste bereik (Y
voor warmer)
d Temperatuurindicator bovenste be-
reik
e Toets voor het instellen van de tem-
peratuur in het bovenste bereik (X
voor kouder)
f Toets voor constante luchtvochtig-
heid (DynaCool) en controlelampje
4
g Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal
h De onderste temperatuurzone selec-
teren
i Temperatuurindicator onderste be-
reik
j Toetsen om de temperatuur in te
stellen in het onderste bereik
(Y voor warmer; X voor kouder)
k Toets voor de binnenverlichting en
het controlelampje