2.12 Reparatiecontract
De plicht tot naleving van de wettelijke richtlijnen voor veilig wer-
ken en de regels voor milieubescherming betekent dat alle com-
merciële ondernemingen hun werknemers, de gemeenschap en
het milieu moeten beschermen tegen de schadelijke effecten van
gevaarlijke materialen.
Voorbeelden van wettelijke richtlijnen voor veilig werken:
•
de Arbowet
•
Verordening inzake Gevaarlijke Stoffen
•
voorschriften voor ongevallenpreventie
•
voorschriften voor milieubescherming zoals voorschriften voor
recycling en afval en de Wet op de Waterhuishouding
•
alle geldende wetten, regels, richtlijnen, verordeningen etc. in
het betreffende land.
Veiligheidsverklaring
De veiligheidsverklaring die bij de zending zit is een onderdeel
van het inspectie/reparatie-contract. Dit is niet van invloed op ons
recht om aanvaarding van dit contract te weigeren op grond van
andere redenen.
De veiligheidsverklaring kan worden gevonden op pagina 38.
Producten van HILGE en hun onderdelen worden alleen geïn-
specteerd en/of gerepareerd als een veiligheidsverklaring wordt
overhandigd die op de juiste wijze volledig is ingevuld door geau-
toriseerd en gekwalificeerd technisch personeel.
Pompen die gewerkt hebben met vloeistoffen die zijn blootgesteld
aan straling worden niet geaccepteerd.
Als eventuele aanvullende veiligheidsmaatregelen nodig zijn,
zelfs na zorgvuldige lediging en reiniging van de pomp, moet de
nodige informatie worden meegeleverd.
3. Productomschrijving
Dit hoofdstuk beschrijft de pomp, de uitvoering en de toepassing.
De toepassingslimieten worden beschreven in het gedeelte
"Technische specificaties". U dient deze limieten te kennen en na
te leven.
3.1 Pompoverzicht
Afb. 1 MAXA C
0102 - pomphuis
0153 - zuigaansluiting
0156 - persaansluiting
0330 - lagerhuis
0800 - motor
0890 - voetplaat.
3.2 Beschrijving
De pomp is een enkeltraps end suction centrifugaalpomp die is
ontworpen volgens de specificaties van DIN EN 733. Bij de ver-
vaardiging van de pomp is rekening gehouden met de hygiëneve-
reisten van moderne procestechnologie.
3.2.1 Toepassingsgebieden
Standaard uitvoering
Pompen in de standaard uitvoering worden gebruikt voor:
•
industriële toepassingen
•
textieltechnologie
•
oppervlakte behandeling voor milieutechnologiëen
•
alle systemen en processen die zijn gebruikt bij de productie
van voedingsmiddelen, met inbegrip van zuivelproducten en
dranken.
3.3 Correct gebruik
WAARSCHUWING
Incorrect gebruik!
▲ De dood, ernstig lichamelijk letsel, schade aan
eigendommen.
► Alleen pompvloeistoffen die in de order zijn
beschreven. De pomp is speciaal ontworpen voor
dat doeleinde.
► Gebruik de pomp alleen in het elektriciteitsnet
dat in de order is beschreven.
3.3.1 Te verpompen vloeistoffen
Alleen zuivere of enigszins verontreinigde vloeistoffen met een
maximale deeltjesgrootte van 0,4 mm mogen worden verpompt.
Deze vloeistoffen mogen de pompmaterialen niet chemisch of
fysisch aantasten, en mogen evenmin hun sterkte verlagen. Als
de pomp wordt gebruikt voor het verpompen van vloeistoffen met
een hogere viscositeit dan van water, zorg dan dat de motor niet
overbelast wordt. De pomp mag niet draaien boven de maximaal
toegestane waarden. Zelfs korte perioden met drukoverbelasting
(bijv. als gevolg van een drukgolf) dienen te worden vermeden.
3.3.2 Minimaal debiet, Q
min
Laat pompen met een grootte van 150 tot 400 niet draaien onder
het minimale debiet van Q
min
Laat pompen met een grootte van 200 tot 400 en van 250 tot 400
niet draaien onder het minimale debiet van Q
3.3.3 Aansluitingen en leidingen
De nominale diameters van de systeemleidingen dienen gelijk
aan of groter dan de nominale diameters van de pomp te zijn,
d.w.z. DNE (zuigzijde) en DNA (perszijde), en de aansluitingen
naar de pomp moeten exact overeenkomen met de ontwerpnorm/
beschrijving van het corresponderende koppelstuk van de pomp.
De zuigleiding moet absoluut lekdicht zijn en, indien mogelijk,
zodanig gelegen zijn dat geen luchtpakketjes kunnen worden
gevormd. Vermijd nauwe bochten en installeer geen kleppen
direct aan de zuigzijde van de pomp. Monteer een recht stuk aan
de zuigzijde met een minimale lengte van vijf maal de leidingdia-
meter. De zuighoogte van het systeem mag niet groter zijn dan de
zuighoogte die door de pomp wordt gegarandeerd.
3.3.4 Werking van de motor
Schakel de motor niet meer dan 15 maal per uur in en uit.
3.3.5 Uitvoering
Alle informatie en beschrijvingen in deze bedieningshandleiding
met betrekking tot het gebruik en de bediening van de pompen
zijn uitsluitend gebaseerd op de standaard uitvoeringen.
Deze regels zijn niet van toepassing op speciale uitvoeringen,
klantspecifieke modificaties of willekeurige externe invloeden die
kunnen optreden tijdens gebruik en bediening.
= 10-15% Q
.
opt
= 20-25% Q
min
.
opt
9