6.5.16 Montage van koppeling en motor
1. Klem de koppelingshelft 0840.00 op de pompas 0211.00 van
het lagerhuis 0330.00. Gebruik hiervoor de instelschroeven
0904.00. Zie de aanhaalmomenten in paragraaf 6.5.17.
MF-513
Afb. 1 Koppelingshelft, pompas
3. Zorg ervoor dat de pompas 0211.00 soepel draait.
MF-510
Afb. 3 Controleren van pompas
5. Schuif de afstandsring 0869.00 op de pompas 0211.00.
MF-511
Afb. 5 Aanbrengen van de afstandsring
7. Controleer de uitlijning van de koppeling met een liniaal. Zie
paragraaf
voor de toegestane afwijkingen.
4.4 en 4.5
MF-520
Afb. 7 Koppeling, liniaal
32
2. Klem de koppelingshelft 0840.01 op de as 0211.00 van de
motor 0800.00. Gebruik hiervoor de instelschroeven 0904.01.
Zie de aanhaalmomenten in paragraaf 6.5.17.
MF-514
Afb. 2 Koppelingshelft, motoras
4. Schuif de inzetstukken 0867.00 en 0867.01 van de koppeling in
de afstandsring 0869.00.
MF-515
Afb. 4 Aanbrengen van de inzetstukken van de koppeling
6. Schuif de koppelingshelft 0840.00 van de motor 0800.00 in de
afstandsring 0869.00.
MF-512
Afb. 6 Afstandsring
8. Draai de schroeven van motor 0800.00, koppeling 0840.00/01,
pomphuis 0102.00 en vloerplaat 0183.00 vast. Raadpleeg de
onderstaande tabel voor de juiste aanhaalmomenten. Contro-
leer hierna opnieuw de uitlijning van de koppeling. Corrigeer zo
nodig.
MF-507
Afb. 8 Vastzetten van onderdelen