Afmeting H
∆S2
125
5
140
5
160
6
180
6
4.4.2 Hoekafwijking, ∆Kw
Hoekafwijking ∆Kw kan op praktische wijze worden gemeten als
het verschil tussen de grootste en de kleinste tussenruimte (∆S2
= S2
- S2
). Toegestane waarden voor de afmetingen van
max
min
de openingen worden weergegeven in de tabel in de volgende
paragraaf. Let op: de waarden voor ∆Kw zijn identiek aan waar-
den voor ∆Kr.
4.4.3 Radiale afwijking, ∆Kr
De volgende tabel geeft toelaatbare asafwijkingswaarden weer
voor radiale afwijking ∆Kr
zul
de kleinste tussenruimte ∆S2
laatbaar").
Type/
H
80
95
groot
HDS
88
103
te
250
0,4
0,5
500
0,3
0,35
750
0,25
0,25
1000
0,2
0,25
1500
0,2
0,2
2000
0,15
0,2
3000
0,15
0,15
4000
0,1
0,1
5000
0,1
0,1
4.5 Toelaatbare afwijkingswaarden, ROTEX DKM
koppeling
Overschrijd onder geen enkel beding de volgende afwijkingen
van de koppeling tijdens bedrijf.
4.5.1 Uitvoering, Rotex DKM
Opmerking bij het lezen van de volgende tabellen: Voor het vast-
stellen van de afwijkingswaarden: kies altijd de kleinste asdiame-
ter van het te koppelen assenpaar.
Standaard koppeling
14
1,0
0,17
19
1,2
0,20
24
1,4
0,22
28
1,5
0,25
38
1,8
0,28
42
2,0
0,32
48
2,1
0,36
55
2,2
0,38
65
2,6
0,42
75
3,0
0,48
12
Afmeting
∆S2
HDS
135
5
152
5
172
6
194
6
en het verschil tussen de grootste en
(zul = Duitse afkorting voor "toe-
zul
110
125
140
160
118
135
152
172
0,5
0,5
0,6
0,6
0,35
0,4
0,4
0,5
0,3
0,3
0,35
0,4
0,25
0,25
0,3
0,35
0,2
0,25
0,25
0,3
0,2
0,2
0,2
0,25
0,15
0,15
0,2
0,2
0,1
0,15
0,15
0,15
0,1
0,1
0,11
1,2 (0,67)
1,1 (0,62)
0,13
1,2 (0,82)
1,1 (0,70)
0,15
0,9 (0,85)
0,8 (0,75)
0,17
0,9 (1,05)
0,8 (0,84)
0,19
1,0 (1,35)
0,8 (1,10)
0,21
1,0 (1,7)
0,8 (1,40)
0,25
1,1 (2,0)
0,9 (1,60)
0,26
1,1 (2,3)
1,0 (2,00)
0,28
1,2 (2,7)
1,0 (2,30)
0,32
1,2 (3,30)
1,0 (2,90)
14
-
19
1,2
24
1,4
28
1,5
38
1,8
42
2,0
48
2,1
55
2,2
65
2,6
75
3,0
4.6 Draaimomenten voor Rotex ZS-DKM-H koppeling
180
194
0914.46
0,6
0,5
0,4
0,35
0,3
0,25
Draaimomenten voor inbusbouten, 0914.46 en 0914.47,
0,2
overeenkomstig DIN EN ISO 4762-12.9
Asdiameter
24
28
38
42
48
55
65
75
4.7 Installeren in de leiding
WAARSCHUWING
Mechanische overbelasting!
▲ De dood, lichamelijk letsel, schade aan de eigen-
dommen.
► Gebruik de pomp of de aansluitbussen niet om
de leiding te ondersteunen (EN 809 5.2.1.2.3 en
EN ISO 14847).
► Volg, naast de algemene regels voor machine-
en installatiebouw, ook de instructies van de
fabrikant van de gebruikte verbindende elemen-
ten (bijv. flenzen) bij het installeren van de pomp
in de leiding of het systeem. Deze specificaties
bevatten gegevens over aandraaimomenten,
maximaal toegestane hoekbocht en te gebruiken
gereedschappen/ hulpmiddelen.
► Controleer de uitlijning van de koppeling na het
aansluiten van de leidingen.
► Het is absoluut van belang dat u de pomp niet
tordeert.
Koppeling met adapter
-
-
-
0,54
0,5
1,2
0,53
0,47
0,9
0,60
0,53
0,9
0,77
0,61
1,0
0,84
0,67
1,0
1,0
0,82
1,1
1,11
1,01
1,1
1,4
1,17
1,2
1,59
1,33
1,2
0914.47
Boutafme-
Aantal
ting
schroeven
M6x20
2
M8x25
2
M8x30
2
M10x30
2
M12x35
2
M12x40
2
M12x40
2
M16x50
2
-
1,1
0,8
0,8
0,8
0,8
0,9
1,0
1,0
1,0
Max. draaimo-
ment [Nm]
14
35
35
69
120
120
295
580