Bedrijf met frequentie-omvormer
Zie de documentatie van de fabrikant.
5. In/buiten bedrijf stellen
Overzicht
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de pomp in- en buiten bedrijf stelt.
U leert hier welke inspecties bijdragen aan storingsvrij bedrijf en
langere levensduur van de pomp.
5.1 Olie in lagerhuis
De pomp wordt vanuit de fabriek geleverd zonder olie in het
lagerhuis. Vul het vóór het opstarten met smeerolie.
Wij adviseren hoogwaardige, gelegeerde minerale olie volgens
DIN 51 517 -CL46 /-CLP46 of ISO 3448-VG46.
Voorbeeld: Shell Morline 46 of Klüberoil GEM 1-46.
Codeletter
Beschrijving
C
DIN 51517 Deel 1 t/m 3, smeerolie (smering)
Verhoogde corrosiebescherming en/of verou-
L
deringsbestendigheid
Vergrote capaciteit, verminderde mengwrij-
P
ving
ISO-3348 viscositeitsgraad 41,4 - 50,6 mm/s²
VG46
[40°C]
a
0672.00
b
0903.00
Afb. 11 Olie in lagerhuis
a - ontluchtingsplug (olie naar binnen gieten)
b - aftapplug (olie aftappen)
c - positie voor bijvullen van olie
d - oliepeil (toevoertank)
e - smeerbus voor constant oliepeil.
Vul het lagerhuis als volgt met smeerolie:
1. Verwijder ontluchtingsplug (a).
2. Duw de toevoertank terug en giet de smeerolie naar binnen
totdat de olie zichtbaar wordt in de smeerbus voor constant
oliepeil (d).
Opmerking: Voeg onder geen voorwaarde extra olie toe!
3. Vul de toevoertank met olie en zet deze terug in de rechtop-
staande stand. De toevoertank moet voor ongeveer 2/3 zijn
gevuld met olie.
4. Schroef ontluchtingsplug (a) terug in het lagerhuis.
Let op
Te veel smeerolie.
▲ Schade aan eigendom
Voorzichtig
► Te veel olie kan tot schade aan het lagerhuis lei-
den. Vul het lagerhuis altijd met de aangegeven
hoeveelheid smeerolie.
5.1.1 Type en hoeveelheid olie
De vereiste hoeveelheid smeerolie is afhankelijk van de afmeting
van het lagerhuis.
16
e
d
c
Afmeting van lagerhuis
70
75
5.2 In bedrijf stellen
5.2.1 Controleer de toepassingsomstandigheden
Controleer de toepassingsomstandigheden van de pomp op
de volgende wijze:
1. Vergelijk de gegevens van de volgende documenten met de
gegeven toepassingsomstandigheden van de pomp:
– aankoopdocumenten (orderbevestiging)
– typeplaatje
– bedieningshandleiding
2. Zorg dat de pomp alleen draait onder de vermelde omstandig-
heden. Deze omstandigheden hebben betrekking op (bijv.)
druk, temperatuur en verpompte vloeistof.
5.2.2 De pomp in bedrijf stellen
Stel de pomp op de volgende wijze in bedrijf:
1. Controleer dat de aansluiting lekdicht is.
2. Zorg dat alle veiligheidsapparatuur is geïnstalleerd.
3. Zorg dat alle elektrische aansluitingen correct zijn.
4. Open de keerkleppen in het systeem.
5. Vul de pomp en het systeem gezamenlijk.
6. Ontlucht de pomp en het systeem.
7. Open de keerklep aan de zuigzijde volledig.
8. Sluit de keerklep aan de perszijde.
9. Schakel de pomp in.
10. Open langzaam de keerklep aan de perszijde.
LET OP
Oververhitting en drukoverbelasting!
▲ Schade aan eigendommen.
► Laat de pomp nooit tegen een gesloten afsluiter
Voorzichtig
draaien. Draaien tegen een gesloten afsluiter
mag in geen geval langer dan 30 seconden
duren.
► Overschrijd nooit de toelaatbare bedrijfscondi-
ties.
Als de opvoerhoogte niet stijgt nadat de pomp is ingescha-
keld:
1. Schakel de pomp uit.
2. Ontlucht de pomp (systeem) opnieuw.
3. Herhaal stappen
t/m
7.
10.
5.2.3 Functionele controle van de mechanische afdichting
Controleer de werking van de mechanische afdichting op de
volgende wijze:
1. Kijk naar de pomp en controleer of de mechanische afdichting
probleemloos werkt (lektest).
2. Een intacte mechanische afdichting werkt vrijwel zonder lek-
kage.
Bij lekkage van de verpompte vloeistof of spoelvloeistof:
1. Schakel de pomp uit.
2. Vervang de mechanische afdichting.
Volg de veiligheidsinstructies uit hoofdstuk
Oliehoeveelheid [l]
0,65
1,5
op.
6.1