Databuffer
Hier bepaalt u hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het
ontvangen en afdrukken van gegevens. Als Maximaal is
geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het
ontvangen van gegevens. Wanneer Minimaal is geselecteerd, is
er meer geheugen gereserveerd voor het afdrukken van
gegevens.
Opmerking:
Als u de instellingen bij Databuffer wilt activeren, moet u de printer
uitschakelen, minstens vijf seconden wachten en de printer weer
inschakelen. U kunt ook de bewerking Reset alles uitvoeren, zoals
wordt beschreven in "Menu Reset" op pagina 235.
Wanneer u de standaardwaarden van de printer herstelt, worden
alle afdruktaken verwijderd. Controleer of het lampje Klaar niet
knippert als u de standaardwaarden herstelt.
Menu USB
Met deze instellingen wordt de communicatie tussen de printer
en de computer beheerd wanneer u de USB-interface gebruikt.
Item
USB I/F
Databuffer
USB I/F
Hiermee schakelt u de USB-interface in of uit.
238
Functies van het bedieningspaneel
Instellingen (standaardinstelling is vet)
Aan, Uit
Normaal, Maximaal, Minimaal