7. In bedrijf nemen
Waarschuwing
Schakel de pomp niet in voordat deze
gevuld is met vloeistof.
De pomp mag maximaal vier minuten
Voorzichtig
draaien zonder water te geven.
7.1 Vullen van de pomp met water
1. Verwijder de plug (P). Zie afb. 5.
2. Vul de pomp met water.
3. Plaats de plug terug en draai deze met de hand
vast.
De pomp kan nu worden ingeschakeld.
T
Afb. 5
Vullen van de pomp met water
Indien de pomp moet aanzuigen kan het bij grote
zuighoogtes wel vier minuten duren voordat de pomp
water geeft. Deze tijdsduur hangt af van de lengte en
diameter van de zuigleiding.
Als de pomp water zonder luchtbellen geeft, dan
kunt u het ejectorventiel in positie 2 zetten.
Zie afb. 4.
7.2 Aanloop asafdichting
De afdichtingsvlakken worden gesmeerd met de ver-
pompte vloeistof, en dit betekent dat een bepaalde
lekkage vanuit de asafdichting kan komen.
Wanneer de pomp voor de eerste keer wordt inge-
schakeld, of wanneer een nieuwe asafdichting is
geïnstalleerd, dan is een bepaalde aanloopperiode
nodig voordat de lekkage is gereduceerd tot een
aanvaardbaar niveau. De benodigde tijd hiervoor
hangt af van de bedrijfscondities, d.w.z. elke keer dat
de bedrijfscondities veranderen wordt in principe een
nieuwe aanloopperiode geïnitieerd.
Onder normale omstandigheden verdampt de lek-
kende vloeistof. Het gevolg hiervan is dat er geen
lekkage gedetecteerd wordt.
P
S
V
8. Onderhoud
Wanneer de pomp wordt gebruikt voor vervuilde
vloeistoffen, bijv. water uit de vijver, dan dient de
pomp direct na gebruik met schoon water te worden
doorgespoeld.
8.1 Reinigen van de pomp
Het is alleen nodig om de pomp te reinigen als deze
niet naar behoren werkt en doorspoelen met schoon
water het probleem niet oplost.
Waarschuwing
Schakel de voedingspanning uit voordat u
werkzaamheden aan het apparaat gaat uit-
voeren. Zorg ervoor dat de voedingspan-
ning niet per ongeluk kan worden inge-
schakeld.
De positienummers in de volgende paragrafen heb-
ben betrekking op afb. 6.
8.1.1 Demontage
1. Pompen met ejectorventiel: Draai het ejectorven-
tiel naar pos. 1. Zie afb. 4.
2. Tap de pomp af door de plug (pos. 25) of het
ejectorventiel (pos. 25a) te verwijderen.
Waarschuwing
Zorg ervoor dat de ontsnappende warme
of koude vloeistof geen personen kan ver-
wonden of schade kan toebrengen aan de
apparatuur.
3. Verwijder de schroef (pos. 93) en de beugel
(pos. 92) die de pompmantel (pos. 16) vasthou-
den.
4. Druk de pompmantel (pos. 16) met een schroe-
vendraaier los van het lantaarnstuk, en haal deze
eraf.
5. Trek de ejector (pos. 14) uit de pompmantel.
6. Reinig de ejector en de pompmantel met een
zachte borstel of een waterstraal.
7. Controleer of de waaier (pos. 49) vervuild is.
Als dit het geval is, reinig de waaier dan (ter
plekke) met een zachte borstel of een water-
straal. Zie afb. 7.
Houd de schoepen van de motorwaaier vast om
te voorkomen dat de waaier en de as draaien.
Voorzichtig
Gebruik geen hogedrukspuit.
5