Selecteer met behulp van de E-link handbediening de linker en rechter motor (L en R), en kies vervolgens een
rijrichting (↑ of ↓).
UI:
Met behulp van een voorwerp dat in de buurt van de ultrasoonsensor wordt gehouden, kan de meetafstand van
de ultrasoonsensor worden beïnvloed. Controleer of de meetafstand toeneemt als de afstand van het voorwerp
t.o.v. de sensor groter wordt. De maximale meetafstand bedraagt ca. 3000 mm.
Menu "Testen > Encoder-Test"
Controleer op de aanwezigheid van pulsen bijv. enc1a etc. Naarmate er een grotere afstand wordt afgelegd neemt
deze waarde toe.
Selecteer met behulp van de E-link handbediening de linker en rechter motor (L en R), en kies vervolgens een
rijrichting (↑ of ↓), de stalverzorger moet in een rechte lijn rijden en de pulswaarden dienen gelijk te zijn.
Menu "Testen > Accu laden"
In dit menu is het mogelijk de laadstroom te controleren. Manoeuvreer de stalverzorger handmatig op enkele
meters voor het laadstation. Ga naar menu "Testen > Accu laden", druk vervolgens op de toets "Start" van de E-
link handbediening (de stalverzorger zal gaan rijden).
Controleer de waarde "Delta V" (moet tussen 300 - 450 liggen). Op het moment dat het laadstation is gevonden
zal de waarde "Laad" veranderen van 0 naar 1. De waarde "Delta V" zal hierbij oplopen tot boven de 600.
Accu leeg = waarde "Delta V" hoog
Accu vol = waarde "Delta V" laag (zie ook
Menu "Testen > Ultrasoon"
Met behulp van een voorwerp dat in de buurt van de ultrasoonsensor (gemonteerd onder de afdekkap van
stalverzorger) wordt gehouden, kan de meetafstand van de ultrasoonsensor worden beïnvloed. Controleer dit als,
bij een vergroting van de afstand van het voorwerp t.o.v. de sensor, de meetafstand eveneens toeneemt. De
maximale meetafstand bedraagt ca. 3000 mm.
Controleer of de ultrasoonsensor reageert op eventuele reflecties afkomstig van het tastwiel.
Per puls (pulsmeting 1, 2 en 3) kan dit worden nagegaan. Uiteraard mogen er geen pulsen worden waargenomen
(zie ook
hoofdstuk 7
'Storingen').
Mochten er toch pulsen waargenomen worden, verlaag dan de waarde van de zogenaamde "Startpuls" (zie ook
hoofdstuk 'Menu "Service >
defaultwaarde van de startpuls is 500.
Menu "Testen > Wandvolgen"
Selecteer het submenu "Wandvolgen" en kies met behulp van de E-link handbediening een rijrichting (↑ of ↓).
Het wiel dat het dichtst bij de wand staat, zal op 80% draaien (zie "Speed" gegeven) terwijl het tegenovergestelde
wiel op 100% draait. Op deze wijze is het mogelijk de stalverzorger de wand te laten volgen. De navolgende
gegevens zijn uit te lezen:
•
Duty = vermogen
•
Speed = snelheid
•
S = afstand (mm)
•
V = ingestelde snelheid (mm/s)
•
L = wandvolgen links
•
R = wandvolgen rechts
hoofdstuk 7
Installatie"') in stappen van 10, tot er geen pulsen meer worden geregistreerd. De
'Storingen').
Handleiding DISCOVERY
Hoofdstuk 4 - pagina 11
4