Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

In- En Uitstappen; Stoepen En Treden; Trappen; Roltrappen - Quickie M6 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor M6:
Inhoudsopgave

Advertenties

VI. WAARSCHUWINGEN: VALLEN & KANTELEN
9.
Oprijplaten thuis en op het werk - voor uw veiligheid moeten
oprijplaten thuis en op uw werk altijd voldoen aan alle
wettelijke voorwaarden van uw land. Wij adviseren:
a. Breedte. minstens 1.20 m.
b. Vangrails: om het risico op een val te verlagen, moeten de
zijkanten van een oprijplaat zijn voorzien van vangrails (of
verhoogde randen van minstens 7,5 cm hoog).
c. Helling. Niet meer dan 10%.
d. Oppervlakte. vlak en egaal, met een dun tapijt of een ander
stroef materiaal. (Let er goed op dat er geen richel, hobbel of
kuil in zit).
e. Ondersteuning: Orijplaten moeten STEVIG zijn. Mogelijk moet
de oprijplaat worden ondersteund, zodat hij niet doorbuigt
wanneer u eroverheen rijdt.
f. Vermijd een plotseling daling. Het kan nodig zijn bij de op- of
afgang van de oprijplaat een stukje materiaal te plaatsen om
de overgang geleidelijk te maken.
Wanneer u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan dit
leiden tot schade aan de rolstoel, vallen, kantelen, of verlies van
controle over de rolstoel. Bovendien kan het leiden tot ernstig
letsel van de rolstoelgebruiker of anderen.
G. IN- EN UITSTAPPEN
WAARSCHUWING
Het kan gevaarlijk zijn om zelf in- en uit de rolstoel te stappen. Hiervoor
is een goede balans en handigheid vereist. Wees u ervan bewust dat er,
wanneer u in of uit de stoel stapt, altijd een moment is dat de rolstoelzitting
niet onder u is. Om een val te vermijden:
1. Werk met uw medische adviseur aan veilige methodes.
a. leer hoe u uw lichaam moet positioneren en hoe u uzelf kunt
ondersteunen tijdens het in- en uitstappen.
b. laat iemand u helpen totdat u weet hoe u zelf veilig in- en uit
kunt stappen.
2. Vergrendel de achterwielen voordat u in- of uitstapt. Hierdoor kun-
nen de achterwielen niet wegrollen.
NB– Hierdoor wordt NIET voorkomen dat uw rolstoel van u wegglijdt
of kantelt.
3. Let erop dat de luchtbanden op de juiste spanning zijn. Bij lage ban-
denspanning kan de vergrendeling van de achterwielen losschieten.
4. Rij uw rolstoel zo dicht mogelijk bij de stoel waar u naar wilt over-
stappen. Gebruik, indien mogelijk, een overstapplaat.
5. Draai de voorwielen totdat ze zo ver als mogelijk is, voorwaarts zijn.
6. Verwijder de voetsteunen of zwenk ze naar buiten, als mogelijk is.
a. let erop dat uw voeten niet blijven hangen in de ruimte tussen de
voetsteunen.
b. plaats geen gewicht op de voetsteunen, want hierdoor kan de
rolstoel kantelen.
7. Zorg ervoor dat de armleuningen niet in de weg zitten.
8. Ga zover als u kunt naar de achterkant van het zitgedeelte. Dit ver-
kleint de kans dat de rolstoel kantelt of van u af beweegt.
Wanneer u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan dit leiden tot
schade aan de rolstoel, vallen, kantelen, of verlies van controle over de
rolstoel. Bovendien kan het leiden tot ernstig letsel van de rolstoelgebruiker
of anderen.
H. STOEPEN EN TREDEN
1. Iedereen die u helpt moet de onderstaande waarschuwingen 'Voor vei-
lig gebruik (Hoofdstuk VII)' lezen en naleven.
2. Probeer niet alleen een stoep of trede op of af te gaan, TENZIJ u veel
ervaring hebt in het rijden met deze rolstoel en:
a. Als u veilig een 'wheelie' kunt uitvoeren; en
b. U er zeker van bent dat u de kracht en het evenwicht hebt om dit te
doen.
3. Ontgrendel de anti-tip wielen en draai ze, zodat ze niet in de weg zitten.
4. Probeer niet over een hoge stoep of trede te rijden (hoger dan 10 cm),
TENZIJ u hierbij hulp hebt. Wanneer u een hoge stoeprand of trede
op- of afgaat, kan uw rolstoel mogelijk zijn balanspunt voorbijgaan en
kantelen.
5. Ga recht tegen een stoeprand of trede op of af. Wanneer u in een hoek
een stoeprand op- of afgaat, is de kans op vallen of kantelen erg groot.
6. Wees erop bedacht dat uw rolstoel kan beschadigen, of de bevesti-
gingsmaterialen los kunnen gaan, wanneer u hard van een stoep of
trede af gaat.
Wanneer u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan dit leiden tot
schade aan de rolstoel, vallen, kantelen, of verlies van controle over de
rolstoel. Bovendien kan het leiden tot ernstig letsel van de rolstoelgebruiker of
anderen.
I. TRAPPEN
1. Gebruik deze stoel NOOIT op een trap, TENZIJ iemand u hierbij helpt.
Wanneer u een trap op- of afgaat, is het risico van vallen of kantelen
erg groot.
2. Iedereen die u helpt moet de waarschuwingen 'Voor begeleiders'
(Hoofdstuk V, deel K)' en 'Voor veilig gebruik' (Hoofdstuk VII) lezen en
naleven.
Wanneer u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan dit leiden tot
schade aan de rolstoel, vallen, kantelen, of verlies van controle over de
rolstoel. Bovendien kan het leiden tot ernstig letsel van de rolstoelgebruiker of
anderen.
J. ROLTRAPPEN
Gebruik deze rolstoel NOOIT op een roltrap, zelfs niet met een begeleider.
Wanneer u een roltrap gebruikt, is het risico van vallen of kantelen erg groot.
Wanneer u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan dit leiden tot
schade aan de rolstoel, vallen, kantelen, of verlies van controle over de
rolstoel. Bovendien kan het leiden tot ernstig letsel van de rolstoelgebruiker of
anderen.
11
11
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
930457 Rev. C

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave