Storing
Pomp(en) wordt/worden niet uit-
geschakeld
Te hoge schakelfrequentie of
pendelschakeling
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-SiBoost Smart..., Wilo-SiBoost2.0 Smart... • Ed.06/2023-09
Oorzaak
Afsluiter aan de druksensor gesloten
Zekering defect
Motorbeveiliging is geactiveerd
Vermogensrelais defect
Wikkelingskortsluiting in de motor
Sterk schommelende toevoerdruk
Toevoerleiding verstopt of geblokkeerd
Nominale doorlaat van de toevoerleiding
te klein
Verkeerde installatie van de toevoerleiding Controleer de toevoerleiding en wijzig, indien nodig,
Lucht in de toevoer
Waaiers verstopt
Terugslagklep lek
Terugslagklep verstopt
Afsluiters in de installatie gesloten of niet
volledig geopend
Debiet te groot
Afsluitarmatuur aan de druksensor geslo-
ten
Uitschakeldruk te hoog ingesteld
Verkeerde draairichting van de motoren
Instelling aandrijvingen op regelsysteem
"Hand"
Sterk schommelende toevoerdruk
Toevoerleiding verstopt of geblokkeerd
Nominale doorlaat van de toevoerleiding
te klein
Verkeerde installatie van de toevoerleiding Controleer de toevoerleiding en wijzig, indien nodig,
Afsluiter aan de druksensor gesloten
Geen membraanexpansievat aanwezig
(optioneel of toebehoren)
Voordruk aan aanwezige membraanex-
pansievat fout
Oplossing
Afsluitarmatuur controleren, indien nodig afsluitar-
matuur openen
Controleer de zekeringen, vervang deze indien nodig.
Vergelijk de instelwaarden met de pomp- en motor-
gegevens en meet de stroomwaarden. Corrigeer deze
indien nodig. Controleer of de motor defect is en ver-
vang deze indien nodig.
Controleer dit en vervang indien nodig.
Controleer dit; vervang, indien nodig, de motor of laat
deze repareren.
Controleer de toevoerdruk. Tref, indien nodig, maat-
regelen om de voordruk te stabiliseren (bijv. drukre-
gelaar).
Controleer de toevoerleiding. Verhelp, indien nodig,
een verstopping of open de afsluitarmatuur.
Controleer de toevoerleiding. Vergroot, indien nodig,
de doorsnede van de toevoerleiding.
de geleiding van de leiding.
Controleer dit. Dicht, indien nodig, de leiding af, ont-
lucht de pomp.
Controleer de pomp. Vervang deze indien nodig of
laat deze repareren.
Controleer dit. Plaats, indien nodig, een nieuwe af-
dichting of vervang de terugslagklep.
Controleer dit. Verhelp, indien nodig, een verstopping
of vervang de terugslagklep.
Controleer de afsluitarmatuur, open deze indien no-
dig volledig.
Controleer de pompgegevens en instelwaarden en
corrigeer deze indien nodig.
Controleer de afsluitarmatuur en open deze indien
nodig.
Controleer de instelling en corrigeer deze indien no-
dig.
Controleer de draairichting en corrigeer deze, indien
nodig, door twee fasen te verwisselen.
Controleer de instellingen op het regelsysteem, stel
voor normaal bedrijf in op "Auto".
Controleer de toevoerdruk. Tref, indien nodig, maat-
regelen om de voordruk te stabiliseren (bijv. drukre-
gelaar).
Controleer de toevoerleiding. Verhelp, indien nodig,
een verstopping of open de afsluitarmatuur.
Controleer de toevoerleiding. Vergroot, indien nodig,
de doorsnede van de toevoerleiding.
de geleiding van de leiding.
Controleer de afsluitarmatuur en open deze indien
nodig.
Installeer alsnog een membraandrukvat.
Controleer de voordruk en corrigeer deze indien no-
dig.
nl
53