2.4
Bewakingsinrichtingen
2.5
Transport
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-SiBoost Smart..., Wilo-SiBoost2.0 Smart... • Ed.06/2023-09
De volgende bewakingsinrichtingen moeten door de klant zelf ter
beschikking worden gesteld als er geen schakelkast in de leve-
ringsomvang van de installatie inbegrepen is:
Vermogensbeschermingsschakelaar
•
Het vermogen en de schakelkarakteristiek van de vermogens-
beschermingsschakelaar zijn afgestemd op de nominale stroom
van het aangesloten product.
•
Neem de lokale voorschriften in acht.
Motorbeveiligingsschakelaar
•
Product zonder stekker: bouw een motorbeveiligingsschakelaar
in!
De minimumeis is een thermisch relais/motorbeveiligingsscha-
kelaar met temperatuurcompensatie, differentieelschakeling en
herinschakelingsblokkering conform de lokale voorschriften.
•
Instabiele elektriciteitsnetten: bouw indien nodig aanvullende
beveiligingsinrichtingen in (bijv. overspannings-, onderspan-
nings- of fase-uitvalrelais ...).
Installeer ook de volgende bewakingsinrichtingen ter plaatse:
Lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD)
•
Bouw de lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) volgens de
voorschriften van het lokale energiebedrijf in.
•
Als personen in aanraking met het product en met geleidende
vloeistoffen kunnen komen, moet een lekstroom-veiligheids-
schakelaar (RCD) worden ingebouwd.
•
Gebruik bij installaties/pompen met een frequentieomvormer
een alstroomgevoelige lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD
type B).
•
De volgende beschermingsmiddelen moeten worden gedragen:
Veiligheidsschoenen
–
Veiligheidshelm (bij toepassing van hijsmiddelen)
–
•
De op de locatie geldende wetten en voorschriften voor ar-
beidsveiligheid en ongevallenpreventie moeten worden nage-
leefd.
•
Gebruik uitsluitend wettelijk voorgeschreven en goedgekeurde
hijswerktuigen en bevestigingsmiddelen.
•
Selecteer het juiste bevestigingsmiddel op basis van de heer-
sende omstandigheden (weersgesteldheid, bevestigingspun-
ten, belasting enz.).
•
Bevestig het bevestigingsmiddel altijd aan de bevestigingspun-
ten.
•
Bevestigingsmiddel op vastzitten controleren.
•
Zorg ervoor dat het hijswerktuig stabiel staat.
•
Laat indien nodig een tweede persoon (bijv. bij belemmerd
zicht) voor de coördinatie zorgen.
nl
27