nl
36
•
Eventueel apart besteld en meegeleverd toebehoren moet worden gemonteerd.
•
De drukverhogingsinstallatie met normaalzuigende pompen kan zowel indirect (Fig. 8 –
systeemscheiding door drukloze breektank) als direct (Fig. 7 – aansluiting zonder sys-
teemscheiding) op het waterleidingnet worden aangesloten.
•
Gedetailleerde aanwijzingen over de gebruikte bouwwijze van de pomp vindt u in de
meegeleverde inbouw- en bedieningsvoorschriften voor de pomp.
Bij het gebruik voor drinkwater- en/of brandbeveiligingsvoorziening dienen de relevante,
geldende wettelijke bepalingen en normen in acht te worden genomen.
De installatie dient conform de relevante bepalingen (in Duitsland conform DIN 1988
(DVGW)) zodanig te worden gebruikt en onderhouden, dat de bedrijfsveiligheid van de wa-
tervoorziening altijd is gegarandeerd. Bovendien mogen noch de openbare watervoorzie-
ning noch andere verbruiksinstallaties nadelig worden beïnvloed. Voor de aansluiting en de
soort aansluiting op openbare watervoorzieningssystemen moeten de geldende voorschrif-
ten of normen (zie Beoogd gebruik pagina [" 29]) in acht worden genomen; deze kunnen
worden aangevuld met voorschriften van de waterleidingbedrijven (WVU (Duitsland)) of de
verantwoordelijke instantie voor brandbeveiliging . Bovendien moeten plaatselijke bijzon-
derheden (bijv. een te hoge resp. sterk schommelende voordruk, die evt. het installeren van
een drukregelaar vereist) in acht genomen worden.
Standaard- en speciale uitvoeringen
Seriematig zijn drukverhogingsinstallaties van Wilo van de serie SiBoost Smart met nor-
maalzuigende meertraps hogedrukpompen met of zonder geïntegreerde frequentieomvor-
mer uitgerust. De pompen worden via de toevoer-verzamelleiding voorzien van water.
Bij speciale uitvoeringen met zelfaanzuigende pompen of in het algemeen tijdens de af-
zuigmodus uit lager gelegen reservoirs dient voor elke pomp een aparte, vacuüm- en druk-
vaste zuigleiding met voetventiel geïnstalleerd te worden. Deze aanzuigleiding dient conti-
nu stijgend van de tank naar de installatie te verlopen. De nominale diameter van de zuig-
leidingen mag niet kleiner zijn dan de zuigaansluiting van de pompen. Vermijd drukverliezen
door vernauwingen en bochten. Tegenafschot in de zuigleiding is niet toegestaan, omdat er
luchtbellen kunnen ontstaan die ertoe leiden dat het zuigproces wordt onderbroken. De in-
stallatie van een drukvereffeningsleiding tussen de persleiding en de zuigleiding zorgt er-
voor dat het voetventiel goed afsluit nadat de pompen zijn uitgeschakeld.
De pompen verhogen de druk en pompen het water via de persverzamelleiding naar de ver-
bruiker. Hiervoor wordt deze in-/uitgeschakeld resp. geregeld op basis van het drukniveau.
Door de druksensor wordt continu de werkelijke waarde van de druk gemeten, naar een
stroomsignaal omgezet en aan het regelsysteem overgedragen. Door het regelsysteem
worden de pompen in-, bij- of uitgeschakeld, afhankelijk van de behoefte en de regelings-
modus. Bij gebruik van pompen met geïntegreerde frequentieomvormer wordt het toeren-
tal van een of meer pompen gewijzigd totdat de ingestelde regelparameters zijn bereikt.
(voor een meer gedetailleerde beschrijving van de regelingsmodus en het regelproces, zie
de inbouw- en bedieningsvoorschriften van het regelsysteem). Het totale debiet van de in-
stallatie is verdeeld over meerdere pompen. Het grote voordeel hiervan is dat het installa-
tievermogen aan de daadwerkelijke behoefte wordt aangepast en de pompen telkens in het
meest optimale vermogensbereik worden gebruikt. Door dit ontwerp bereikt men een hoog
rendement en een spaarzaam energieverbruik van de installatie. De pomp die het eerst
aanloopt noemt men de basislastpomp. Alle andere pompen die vereist zijn om het be-
drijfspunt van de installatie te bereiken noemt men pieklastpomp(en). Bij dimensionering
van de installatie voor drinkwatervoorziening conform DIN 1988 moet een pomp als reser-
vepomp worden gepland, d.w.z. bij maximale afname is er steeds nog één pomp buiten be-
drijf resp. beschikbaar. Voor een gelijkmatig gebruik van alle pompen voert de regeling een
voortdurende pompwisseling uit, d.w.z. de volgorde van inschakeling en de toewijzing van
de functies basislast-, pieklast- of reservepomp wisselen regelmatig.
Membraandrukvat
Het geïnstalleerde membraandrukvat (Fig. 3, 5 – pos. 9) heeft een totale inhoud van ca. 8 l.
Functie:
•
Heeft een bufferfunctie voor de druksensor aan de perszijde.
•
Het voorkomt dat de regeling gaat schommelen bij het in- en uitschakelen van de in-
stallatie.
•
Het waarborgt een geringe aftapping van het water (bijv. bij kleine lekkages) uit de be-
schikbare voorraad zonder de basislastpomp in te schakelen. Daardoor wordt de scha-
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-SiBoost Smart..., Wilo-SiBoost2.0 Smart... • Ed.06/2023-09