Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo SiBoost Smart Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 47

Inhoudsopgave

Advertenties

Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-SiBoost Smart..., Wilo-SiBoost2.0 Smart... • Ed.06/2023-09
Flexibele aansluitleidingen monteren
LET OP
Flexibele aansluitleidingen zijn onderhevig aan bedrijfsafhankelijke slijta-
ge. Regelmatige controles op lekkages of andere gebreken zijn noodza-
kelijk (zie de aanbevelingen in DIN 1988).
De flexibele aansluitleidingen uit het Wilo-assortiment bestaan uit hoogwaardige, roest-
vrijstalen, geribde slangen met een roestvrijstalen ommanteling. Deze worden gebruikt bij
leidingen met schroefdraadaansluitingen voor de spanningsvrije installatie van de drukver-
hogingsinstallatie en bij een kleine offset van de leidingen (Fig. 10 – pos. B).
1.
Monteer een vlak afdichtende roestvrijstalen schroefdraadverbinding met binnendraad
op de drukverhogingsinstallatie.
2.
Monteer de leidingbuitendraad op het verdere leidingsysteem.
Let bij de montage op het volgende:
Afhankelijk van de betreffende bouwgrootte dienen de maximaal toegestane vervor-
mingen aangehouden te worden volgens de volgende tabel (Fig. 10).
Knikken of twisten bij de installatie dient door middel van geschikt gereedschap te wor-
den voorkomen.
Bij een hoekoffset van de leidingen moet de installatie door middel van geschikte maat-
regelen aan de bodem worden bevestigd om het contactgeluid te verminderen.
De flexibele aansluitleidingen moeten altijd toegankelijk zijn voor een controle, daarom
mogen ze niet in de isolatie van leidingen worden ingebouwd.
Nominale dia-
Schroefdraad
meter
draadaanslui-
ting
Aansluiting
DN 32
Rp 1 1/4"
DN 40
Rp 1 1/2"
DN 50
Rp 2"
DN 65
Rp 2 1/2"
Drukregelaar monteren
De toepassing van een drukregelaar is vereist:
bij drukschommelingen in de toevoerleiding van meer dan 1 bar.
bij een voordrukschommeling die zo groot is dat de installatie moet worden uitgescha-
keld.
als de totale druk (voordruk en opvoerhoogte pomp op het nullastpunt) de nominale
druk overschrijdt.
LET OP
Neem voor de dimensionering van de gegevens de informatiebladen en
karakteristieken van de drukverhogingsinstallatie in acht.
De drukregelaar heeft een minimaal drukverlies van ca. 5 m of 0,5 bar nodig. De druk achter
de drukregelaar (achterdruk) is het uitgangspunt voor de bepaling van de totale opvoer-
hoogte van de drukverhogingsinstallatie. Bij de installatie van een drukregelaar moet aan de
voordrukzijde een inbouwruimte van ca. 600 mm aanwezig zijn.
LET OP
Neem de documentatie van de betreffende fabrikant van het onderdeel
in acht.
Conische bui-
Max. buigradius
tendraad
RB in mm
Rp 1 1/4"
250
Rp 1 1/2"
260
Rp 2"
300
Rp 2 1/2"
370
nl
Max. buighoek
BW in °
60
60
50
40
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave