nl
6.2
Installatie
6.2.1
Fundament/ondergrond
6.2.2
Hydraulische aansluiting en leidin-
gen
42
•
Om geluidsoverdracht te voorkomen en voor de spanningsvrije verbinding met de voor-
en nageschakelde leidingen moeten er compensatoren (Fig. 9 – pos. B) met lengtebe-
grenzers of flexibele aansluitleidingen (Fig. 10 – pos. B) worden gebruikt.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties
kan overlijden door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Werkzaamheden aan elektrische installaties moeten conform lokale
voorschriften en door een elektromonteur worden uitgevoerd.
• Wanneer het product van het elektriciteitsnet wordt losgekoppeld,
moet het product worden beveiligd tegen herinschakelen.
Door het bouwtype van de drukverhogingsinstallatie kan deze op een vlak gebetonneerde
bodem worden opgesteld. Door het basisframe op in hoogte verstelbare trillingsdempers te
plaatsen, is er sprake van geluidsisolatie ten opzichte van het gebouw.
LET OP
Het is mogelijk dat de trillingsdempers om transporttechnische redenen
niet gemonteerd zijn bij de levering. Zorg ervoor dat vóór het opstellen
van de drukverhogingsinstallatie alle trillingsdempers zijn gemonteerd en
door middel van de schroefdraadmoeren zijn geborgd (Fig. 9 – pos. A).
Als op de plaats van opstelling voor extra bodembevestiging (Fig. 9, 10 – pos. E) gezorgd
wordt, dienen er geschikte maatregelen voor de geluidsisolatie getroffen te worden.
Bij aansluiting op het openbare drinkwaterleidingnet dienen de vereisten van het plaatselij-
ke waterbedrijf in acht te worden genomen.
Voorwaarden:
•
Alle las- en soldeerwerkzaamheden zijn uitgevoerd.
•
De vereiste spoeling is uitgevoerd.
•
Desinfecteer, indien nodig, het leidingsysteem en de geleverde drukverhogingsinstalla-
tie (hygiëne volgens de lokale voorschriften (in Duitsland volgens TrinkwV 2001)).
Installatie-instructies:
•
Installeer niet-inbegrepen leidingen spanningsvrij.
•
Om te voorkomen dat de leidingverbindingen onder spanning komen te staan, moeten
compensatoren met een lengtebegrenzing of flexibele aansluitleidingen worden ge-
bruikt. De overdracht van installatietrillingen op de gebouwinstallatie wordt hierdoor tot
een minimum beperkt.
•
Zet de bevestigingspunten van de leidingen niet vast op de leidingsystemen van de
drukverhogingsinstallatie om te voorkomen dat contactgeluid wordt overgedragen op
het gebouw (Fig. 9, 10 – pos. C).
•
De hydraulische aansluiting vindt, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden,
rechts of links van de installatie plaats.
•
Demonteer eventueel voorgemonteerde blindflenzen of blindkappen en monteer deze
aan de andere kant weer.
Stromingsweerstand
De stromingsweerstand van de toevoer- en zuigleiding moet zo laag mogelijk worden ge-
houden:
•
Korte leiding
•
leiding die zo horizontaal mogelijk is
•
druk- en vacuümdichte leidingen
•
Passende nominale diameter (minstens dezelfde grootte als de aansluiting van de instal-
latie)
•
Weinig bochtstukken
•
De afsluitarmaturen moeten groot genoeg zijn
•
Automatische ontluchter vermijden
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-SiBoost Smart..., Wilo-SiBoost2.0 Smart... • Ed.06/2023-09