8
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
62
▪
De leidingen aansluiten – Lucht, vochtigheid, stof. Als lucht, vocht of stof in het
circuit terechtkomt, kunnen storingen ontstaan. Om dit te voorkomen:
-
gebruik ALLEEN schone buizen.
-
houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het verwijderen van
bramen;
-
dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door een muur steekt,
zodat stof noch vuil in de leiding kan binnendringen.
-
gebruik een goed draadafdichtmiddel om verbindingen waterdicht te maken.
-
Bij het gebruik van leidingen van een ander metaal dan messing, moeten beide
materialen van elkaar worden geïsoleerd om galvanische corrosie te
voorkomen.
-
Omdat messing een zacht materiaal is, moet u het watercircuit met het juiste
gereedschap aansluiten. Het verkeerde gereedschap zou de leidingen
beschadigen.
▪
Vorst. Bescherm tegen vorst.
▪
Gesloten circuit. Gebruik de binnenunit ALLEEN in een gesloten waterinstallatie.
Het systeem in een open watersysteem gebruiken zou overmatige corrosie tot
gevolg hebben.
▪
Diameter van de leidingen. Selecteer de diameter voor de waterleidingen op
basis van het vereiste waterdebiet en de beschikbare externe statische druk van
de pomp.
Voor de grafiek voor de externe statische druk van de buitenunit, zie de
technische gegevens. Een subset van de meest recente technische gegevens is
beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De
volledige set meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin
Business Portal (authenticatie vereist).
▪
Waterdebiet. U kunt het vereiste minimumwaterdebiet voor de werking van de
buitenunit in de volgende tabel vinden. Dit debiet moet in alle situaties steeds
gegarandeerd zijn. Indien het debiet lager is, zal de unit stoppen met werken en
storing 7H geven.
Bij...
Koeling
Verwarming
BUV in bedrijf
Verwarming ontdooien
▪
Ter plaatse te voorziene componenten – Water en glycol. Gebruik alleen
materialen die compatibel zijn met het water (en, indien van toepassing, glycol)
dat in de installatie gebruikt wordt en met de materialen van de buitenunit.
▪
Ter plaatse te voorziene onderdelen – Waterdruk en -temperatuur. Controleer
of alle componenten in de lokale leidingen bestand zijn tegen de waterdruk en
watertemperatuur.
▪
Waterdruk. De maximum waterdruk bedraagt 4 bar. Voorzie gepaste veiligheden
in het watercircuit om ervoor te zorgen dat de maximumdruk NIET overschreden
wordt.
▪
Watertemperatuur. Alle geplaatste leidingen en leidingtoebehoren (kleppen,
verbindingsstukken enz.) DIENEN bestand te zijn tegen de volgende
temperaturen:
Dan bedraagt het vereiste
minimumdebiet...
10 l/min
6 l/min
12 l/min
12 l/min
EWAA004~008D + EWYA004~008D
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P688013-1B – 2022.09