12.4.2 De ontluchtingsfunctie
EWAA004~008D + EWYA004~008D
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P688013-1B – 2022.09
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
4
stelmotor" [
200]).
(a)
4 Lees het debiet
om het vereiste minimumdebiet + 2 l/min te bereiken.
(a)
Tijdens het proefdraaien van de pomp kan de unit onder dit vereiste minimumdebiet
werken.
Doel
Het is heel belangrijk dat bij de inbedrijfstelling en de installatie van de unit alle
lucht uit het watercircuit wordt verwijderd. Als de ontluchtingsfunctie aan het
werken is, werkt de pomp zonder dat de unit eigenlijk werkt en zal het ontluchten
van het watercircuit beginnen.
OPMERKING
Vooraleer te ontluchten, open de veiligheidskraan en controleer of het circuit met
voldoende water is gevuld. U kunt de procedure voor het ontluchten pas beginnen
wanneer er water uit de kraan stroomt wanneer u ze geopend hebt.
Handmatig of automatisch
Er zijn 2 standen om te ontluchten:
▪
Handmatig: u kunt de pompsnelheid op laag of hoog instellen. U kunt het circuit
(de positie van de 3-wegklep) instellen op Ruimte of Tank. Zowel het circuit van
de ruimteverwarming als dat van de (warmtapwater) tank moeten worden
ontlucht.
▪
Automatisch: de unit wijzigt automatisch de snelheid van de pomp en schakelt de
stand van de 3-wegklep om tussen de stand ruimteverwarming en het
warmtapwatercircuit.
Typische werkstroom
Het systeem ontluchten bestaat uit het volgende:
1
Handmatig ontluchten
2
Automatisch ontluchten
OPMERKING
Wanneer de unit via het handmatig ontluchtingsventiel wordt ontlucht, vang al de
vloeistof op die uit het ventiel kan lekken. Indien deze vloeistof NIET wordt
opgevangen, kan zij op inwendige onderdelen druppelen en de unit beschadigen.
INFORMATIE
▪
Om te ontluchten, gebruik alle ontluchtingsventielen die in het systeem aanwezig
zijn. Dit betekent: ook het automatisch of handmatig ontluchtingsventiel van de
buitenunit en alle ontluchtingsventielen die ter plaatse werden voorzien.
▪
Indien het systeem een externe back-upverwarmingskit bevat, gebruik tevens het
ontluchtingsventiel van de back-upverwarming.
▪
Indien het systeem klepkit EKMBHBP1 bevat, moet u – tijdens het ontluchten –
handmatig aan deze knop draaien om de stand van de 3‑wegsklep van de klepkit
te wijzigen om te beletten dat er lucht in de by-pass zou blijven. Voor meer
informatie, zie
"12.4.4 Proefdraaien
af en wijzig de instelling van de omloopklep
"9.2.3 Externe
back-upverwarmingskit" [
12
Inbedrijfstelling
|
—
—
4
85].
Uitgebreide handleiding voor de installateur
197