6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
38
▪
Als de kamerthermostaat om verwarming vraagt, zal de buitenunit of de extra
ketel beginnen te werken in functie van de buitentemperatuur (status van de
omschakeling naar een externe warmtebron). Als de extra ketel de toelating
krijgt, wordt de ruimteverwarming door de buitenunit UIT-geschakeld.
▪
Een bivalente werking is alleen mogelijk voor ruimteverwarming.
INFORMATIE
▪
Tijdens het verwarmen via de warmtepomp zal de warmtepomp werken om de
gewenste temperatuur te bereiken die via de gebruikersinterface werd ingesteld.
Wanneer
watertemperatuur automatisch bepaald op basis van de buitentemperatuur.
▪
Tijdens het verwarmen via de extra ketel zal de extra ketel werken om de
gewenste watertemperatuur te bereiken die via de bediening van de extra ketel
werd ingesteld.
Opstelling
▪
Integreer de extra ketel als volgt:
A
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Gebruikersinterface (geleverd als toebehoren)
b Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat)
c Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
d Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
e Extra ketel (ter plaatse te voorzien)
f Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)
OPMERKING
▪
Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het systeem voldoen aan de
geldende wetgeving.
▪
Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige situaties in het systeem
van de extra ketel.
de
weersafhankelijke
werking
B
f
d
e
d
c
c
a
is
geactiveerd,
wordt
b
EWAA004~008D + EWYA004~008D
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P688013-1B – 2022.09
de