6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Ventilatorconvectoren
Uitgebreide handleiding voor de installateur
28
▪
Comfort. In het geval van vloerverwarming zorgt de draadloze externe
kamerthermostaat ervoor dat er tijdens het koelen geen condensatie op de vloer
optreedt door de vochtigheid in de kamer te meten.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Gebruikersinterface (geleverd als toebehoren)
b Afstandsbediening van de ventilatorconvectoren
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie
"9.2 Aansluitingen op de
▪
De ventilatorconvectoren worden rechtstreeks op de buitenunit aangesloten – of
op de externe back-upverwarmingskit, als die er is.
▪
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de afstandsbediening van
de ventilatorconvectoren.
▪
Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naar een digitale
ingang op de buitenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30).
▪
De ruimtebedrijfsmodus wordt naar de ventilatorconvectoren gestuurd door een
digitale uitgang op de buitenunit (X2M/4 en X2M/3).
INFORMATIE
Wanneer meerdere ventilatorconvectoren gebruikt worden, controleer of elke
ventilatorconvector
afstandsbediening van de ventilatorconvectoren.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
Externe kamerthermostaat voor de
primaire zone:
▪
#: [2.A]
▪
Code: [C-05]
B
A
a
b
4
buitenunit" [
wel
degelijk
het
1 (Externe kamerthermostaat): De
unit werkt op basis van de externe
thermostaat.
0 (1 zone): Primair
1 (1 contact): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
ventilatorconvector enkel een thermo
AAN/UIT-staat kan sturen. Geen
onderscheid tussen een vraag naar
verwarming of een vraag naar koeling.
79].
infraroodsignaal
ontvangt
Waarde
EWAA004~008D + EWYA004~008D
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P688013-1B – 2022.09
van
de