6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
46
Het energiebeheersysteem (ter plaatse te voorzien) bepaalt wanneer een bepaald
niveau van vermogenbeperking ingeschakeld moet worden. Voorbeeld: Om het
maximumvermogen
van
huishoudtoestellen, ruimteverwarming...).
C
a
5
4
3
A8P
2
1
b
A
B
A Buitenunit
B Externe back-upverwarmingskit
C Energiebeheersysteem
a Inschakeling vermogenbeperking (4 digitale ingangen)
b Back-upverwarming
P
i
a
DI1
DI3
DI4
P
Opgenomen vermogen
i
t Tijd
DI Digitale ingangen (niveaus vermogenbeperking)
a Vermogenbeperking ingeschakeld
b Werkelijke opgenomen vermogen
Opstelling
▪
Vraag-printplaat (optie EKRP1AHTA) nodig.
▪
Er worden maximum vier digitale ingangen gebruikt om het overeenstemmend
niveau van vermogenbeperking in te schakelen:
-
DI1 = sterkste beperking (laagst energieverbruik)
-
DI4 = zwakste beperking (hoogst energieverbruik)
▪
Specificaties van de digitale ingangen:
-
DI1: S9S (begrenzing 1)
-
DI2: S8S (begrenzing 2)
-
DI3: S7S (begrenzing 3)
-
DI4: S6S (begrenzing 4)
▪
Voor meer informatie, raadpleeg het bedradingsschema.
Configuratie
▪
Stel via de gebruikersinterface de instellingen voor de besturing van het
energieverbruik in [9.9] (voor de beschrijving van alle instellingen, zie
4
energieverbruik" [
176]):
-
Selecteer begrenzing door digitale ingangen.
-
Selecteer het type van beperking (energievermogen in kW of stroom in A).
-
Stel het gewenste niveau van vermogenbeperking in dat met elke digitale
ingang overeenstemt.
het
volledige
huis
b
t
te
beperken
(verlichting,
"Besturing
EWAA004~008D + EWYA004~008D
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P688013-1B – 2022.09