Besturingseenheid
De besturingseenheid omvat het hydraulische systeem en de besturing. De druk
wordt gemeten door de druksensor "PIS", het niveau wordt gemeten door de
drukmeetcel "PIS" en de meetwaarden worden weergegeven op het display van
de besturing.
Druk houden
Als het water wordt verwarmd, stijgt de druk in de installatie. Als de in de
besturing ingestelde druk wordt overschreden, opent de overstroomklep "PV" en
leidt water uit de installatie via de expansieleiding "EC" in het basisvat. De druk
in het systeem daalt weer. Als het water afkoelt, daalt de druk in de installatie.
Als de druk beneden de ingestelde waarde daalt, wordt de pomp "PU"
ingeschakeld en pompt water uit het basisvat via de expansieleiding "EC" terug
in de installatie. De druk in de installatie stijgt. Het drukbehoud wordt
gewaarborgd door de besturing en extra gestabiliseerd door het
drukexpansievat "MAG".
Ontgassen
Voor de ontgassing van het installatiewater worden twee expansieleidingen "EC"
gebruikt. Een leiding voor het gasrijke water vanuit de installatie en een
retourleiding voor het ontgaste water dat terugstroomt naar de installatie.
Tijdens de ontgassing zijn de pomp "PU" en de overstroomklep "PV" in werking
gesteld. Daardoor stroomt een gasrijke deelstroom van het installatiewater "V"
door het drukloze basisvat. Hier worden de vrije en opgeloste gassen door de
atmosferische druk gescheiden van het water en ontsnappen via de
ontgassingsklep "DV". De besturing zorgt voor de hydraulische compensatie
door de slag van overstroomklep "PV" (motorkogelklep) te regelen. Dit proces
kan worden toegepast in drie verschillende varianten (permanente, interval- of
naloopontgassing).
Bijvullen
Als het waterpeil in het basisvat beneden de minimale waarde daalt, opent zo
lang de bijvulklep "WV" tot het gewenste niveau weer bereikt is. Bij het bijvullen
worden het aantal opvragen, de tijd en de bijvulduur tijdens een cyclus bewaakt.
In combinatie met een contactwatermeter FQIRA+ worden de verschillende
individuele bijvulhoeveelheden en de totale bijvulhoeveelheid bewaakt.
4.5
Levering
De levering wordt beschreven op de leverbon en de inhoud wordt op de
verpakking aangegeven. Controleer de levering onmiddellijk na ontvangst op
volledigheid en eventuele transportschade. Meld transportschade onmiddellijk
na ontvangst.
Basisuitrusting voor het drukbehoud:
•
Het apparaat op een pallet.
–
Besturingseenheid en basisvat "VG".
–
Basisvat, verpakt met accessoires op de vatvoet.
•
Ventilatie "VE"
•
Ontgassingsklep "DV"
•
Reductiemof
•
Drukmeetcel "LIS"
–
Plastic zakje met de handleiding.
4.6
Optionele uitrusting
De volgende optionele uitrusting is beschikbaar voor het apparaat:
•
Isolatie voor het basisvat
•
Volgvaten
–
Verpakt met accessoires op de vatvoet
•
Ventilatie "VE"
•
Ontgassingsklep "DV"
•
Reductiemof
•
Extra uitrusting met BOB buis voor temperatuurbegrenzer "TAZ+"
•
Fillset voor de bijvulling met water.
–
Met geïntegreerde systeemscheiding, watermeter, vuilvanger en
afsluitkleppen voor de bijvulleiding "WC".
•
Fillset impuls met contactwatermeter FQIRA+ voor de bijvulling met water.
•
Servitec voor de bijvulling en ontgassing.
•
Fillsoft voor de ontharding van het bijvulwater uit het drinkwaternet.
–
Fillsoft wordt aangesloten tussen Reflex Fillset en het apparaat. De
besturingseenheid van het apparaat analyseert de bijvulhoeveelheid
en signaleert de nodige vervanging van de onthardingspatronen.
•
Uitbreidingen voor de besturingseenheid van het apparaat:
–
I/O-modules voor de klassieke communicatie, zie hoofdstuk 5 "I/O-
module (optionele uitbreidingsmodule)" op pagina 5.
–
Communicatiemodule voor de externe bediening van de
besturingseenheid
–
Master-slave-connect voor gecombineerde schakelingen met een
maximum van 10 apparaten.
–
–
•
Membraanbreuksensor.
5
De I/O-module wordt in de fabriek aangesloten en bekabeld.
De module wordt gebruikt om de in- en uitgangen van de Control Touch
besturing uit te breiden.
Zes digitale ingangen en zes digitale uitgangen worden gebruikt om meldingen
en alarmen te verwerken:
Ingangen
Drie ingangen als verbreekcontacten met 24 V eigen potentiaal voor
standaardinstellingen.
•
Externe temperatuurbewaking
•
Min. druksignaal
•
Handmatig bijvullen van water
Drie ingangen als maakcontacten met 230 V extern potentiaal voor
standaardinstellingen.
•
Noodstop
•
Handmatige bediening (bijv. voor pomp of compressor)
•
Handmatige bediening van de overstroomklep
Uitgangen
Als wisselcontact potentiaalvrij. Standaardinstelling voor meldingen:
•
Bijvulfout
•
Onderschrijden van de minimale druk
•
Overschrijden van de maximale druk
•
Handmatige bediening of stopmodus
5.1
Behuizing
Breedte (B):
Hoogte (H):
Diepte (D):
Gewicht:
Toelaatbare bedrijfstemperatuur:
Toelaatbare opslagtemperatuur:
Beschermingsklasse (IP):
Voedingsspanning:
Zekering (primair):
Variomat 140 — 25.09.2020 - Rev. A
I/O-module (optionele uitbreidingsmodule)
Samenkoppeling van 2 hydraulisch direct verbonden installaties voor
de capaciteitsuitbreiding en parallelschakeling
Bus-modules:
•
Profibus DP
•
Ethernet
•
Modbus RTU
•
BACnet-IP
•
BACnet MS/TP
Opmerking!
Met de extra uitrusting worden aparte bedieningshandleidingen
geleverd.
I/O-module (optionele uitbreidingsmodule)
Opmerking!
•
Informatie over de standaardinstellingen van de I/O-modules is
te vinden in hoofdstuk 5.2.3 "Standaardinstellingen van de I/O-
module" op pagina 7
•
Optioneel zijn alle digitale in- en uitgangen vrij instelbaar. De
instelling wordt uitgevoerd door de Reflex klantenservice,zie
hoofdstuk 13.1 "Reflex klantenservice" op pagina 26
Technische gegevens
Kunststof behuizing
340 mm
233,6 mm
77 mm
2,0 kg
-5 °C – 55 °C
-40 °C – 70 °C
IP 64
230 V AC, 50 – 60 Hz (IEC 38)
0,16 A traag
Nederlands — 5