1
Vuilvanger "ST"
1.
Wissel naar de stopmodus.
2.
Sluit de kogelkranen vóór de vuilvanger "ST" (1) en naar het basisvat.
3.
Draai het vuilvanger-inzetstuk (2) langzaam los van de vuilvanger zodat de
resterende druk in het buissegment kan ontsnappen.
4.
Trek de zeef uit het vuilvanger-inzetstuk en spoel deze onder stromend
water. Maak de zeef dan schoon met een zachte borstel.
5.
Plaats de zeef terug in het vuilvanger-inzetstuk, controleer de pakking op
beschadiging en draai het vuilvanger-inzetstuk weer in de behuizing van
de vuilvanger "ST" (1).
6.
Open weer de kogelkranen vóór de vuilvanger "ST" (1) en naar het
basisvat.
7.
Ontlucht de pomp "PU", zie hoofdstuk 8.5 "Pomp ontluchten" op
pagina 18.
8.
Wissel naar de automatische modus.
Opmerking!
Maak ook andere geïnstalleerde vuilvangers schoon (bijvoorbeeld in
Fillset).
11.1.2
Vaten schoonmaken
VOORZICHTIG
Kans op letsel door uitstromende vloeistof die onder druk staat
Bij foutieve montage, demontage of ondeskundig onderhoud kunnen
brandwonden en andere verwondingen worden veroorzaakt aan de
aansluitingen, wanneer uit onder druk staande plotseling heet water of hete
stoom uitstroomt.
•
Zorg voor een veilige een deskundige montage, demontage en
onderhoud.
•
Zorg dat de installatie niet onder druk staat voordat u werkzaamheden
i.v.m. montage, demontage en onderhoud uitvoert aan de
aansluitingen.
Verwijder slibafzettingen uit het basisvat en de volgvaten.
1.
Wissel naar de stopmodus.
2.
Maak de vaten leeg.
–
Open de vul- en aftapkranen "FD" en tap het water volledig af uit de
vaten.
3.
Maak de flensverbindingen los van het basisvat naar het apparaat en zo
nodig naar het volgvat.
4.
Verwijder het onderste deksel van de vaten.
5.
Verwijder het slib van het deksel en uit de ruimtes tussen de membranen
en vaten.
•
Controleer de membranen op scheuren.
•
Controleer de inwendige vatwanden op corrosieschade.
6.
Monteer de deksels weer op de vaten.
7.
Monteer opnieuw de flensverbinding van het basisvat naar het apparaat
en naar het volgvat.
8.
Sluit de vul- en aftapkraan "FD" van de vaten.
9.
Vul het basisvat via de vul- en aftapkraan "FD" met water, zie hoofdstuk 8.4
"Vaten met water vullen" op pagina 17.
10. Wissel naar de automatische modus.
11.2
Schakelpunten controleren
Voorwaarde voor het controleren van de schakelpunten zijn de volgende juiste
instellingen:
•
Minimale werkdruk P
, zie hoofdstuk 8.2 "Schkelpunten Variomat" op
0
pagina 16.
•
Niveaumeting op het basisvat.
Voorbereiding
1.
Wissel naar de automatische modus.
2
Vuilvanger-inzetstuk
Variomat 140 — 25.09.2020 - Rev. A
2.
Sluit de kapkleppen die voor de vat zitten en de expansieleidingen "EC".
3.
Noteer het vulpeil dat weergegeven is op het display (in %).
4.
Water uit de vaten aftappen.
Inschakeldruk controleren
5.
Controleer de inschakeldruk en uitschakeldruk van pomp "PU".
–
De pomp wordt ingeschakeld bij P
–
De pomp wordt uitgeschakeld bij P
Bijvulling "AAN" controleren
6.
Zo nodig de waarde controleren die op het display van de besturing wordt
weergegeven voor de bijvulling.
–
De automatische bijvulling wordt ingeschakeld bij een weergegeven
vulpeil van 20 %.
Watertekort "AAN" controleren
7.
Schakel de bijvulling uit en tap water af uit de vaten.
8.
Controleer de waarde die voor de vulpeilmelding "Watertekort" wordt
weergegeven.
–
Watertekort "AAN" wordt weergegeven op het display van de
besturing bij een minimaal vulpeil van 5 %.
9.
Wissel naar de stopmodus.
10. Schakel de hoofdschakelaar uit.
Vaten schoonmaken
Zo nodig, condensaat verwijderen uit de vaten, zie hoofdstuk 11.1.2 "Vaten
schoonmaken" op pagina 25.
Apparaat inschakelen
11. Schakel de hoofdschakelaar in.
12. Schakel de bijvulling in.
13. Wissel naar de automatische modus.
–
Afhankelijk van vulpeil en druk worden de pomp "PU" en de
automatische bijvulling ingeschakeld.
14. Open langzaam de kapventielen voor de vaten en beveilig deze tegen
onopzettelijk sluiten.
Watertekort "UIT" controleren
15. Controleer de waarde die voor de vulpeilmelding "Watertekort UIT" wordt
weergegeven.
–
Watertekort "UIT" wordt weergegeven op het display van de
besturing bij een vulpeil van 7 %.
Bijvulling "UIT" controleren
16. Zo nodig de waarde controleren die op het display van de besturing wordt
weergegeven voor de bijvulling.
–
De automatische bijvulling wordt uitgeschakeld bij een vulpeil van
25 %.
Het onderhoud is voltooid.
Opmerking!
Als geen automatische bijvulling aangesloten is, vult u de vaten
handmatig met water tot het genoteerde vulpeil bereikt is.
Opmerking!
De instelwaarden voor drukbehoud, vulpeilen en bijvulling vindt u in het
hoofdstuk "Standaardinstellingen", zie hoofdstuk 10.3.3
"Standaardinstellingen" op pagina 21.
11.3
Controle
11.3.1
Onder druk staande onderdelen
De desbetreffende nationale voorschriften voor de werking van drukapparatuur
moeten worden nageleefd. Vóór de controle van onder druk staande onderdelen
dienen deze drukloos te worden gemaakt (zie "Demontage").
11.3.2
Controle vóór de inbedrijfstelling
In Duitsland is de wetgeving inzake industriële veiligheid, § 15 van toepassing, in
het bijzonder § 15 (3).
Onderhoud
+ 0,3 bar.
0
+ 0,5 bar.
0
Nederlands — 25