6
Noodverwarmingsbedrijf
Bij uitval van de compressor kunt u het noodver-
warmingsbedrijf als volgt starten:
1.
Het activeren van het noodverwarmingsbe-
drijf is uitsluitend mogelijk in expertniveau
van de Smart Control regeling. Selecteer
hiertoe in de basisweergave het niveau
"Expert".
2.
Nadat u het expertniveau door het aanraken
van het betreffende REMKO-logo hebt geac-
tiveerd, is een wachtwoord vereist (het
wachtwoord is: "0321").
3.
Na het bevestigen worden onder +/- sym-
bolen weergegeven. Bij het aanraken van de
+/- symbool kan het wachtwoord worden
ingesteld. Na de invoer bevestigt u met "OK".
Het standaard wachtwoord van REMKO voor
het expertniveau is "0321". Als dit wacht-
woord nog niet is gewijzigd, wordt na het
invoeren van dit wachtwoord het expertni-
veau vrijgegeven.
Na vrijgave van het expertniveau zijn ver-
schillende parameterniveaus zichtbaar.
4.
Selecteer hier het niveau "Instellingen" door
het pictogram "Instellingen" aan te raken.
5.
Nadat u het niveau "Instellingen" hebt gese-
lecteerd, selecteert u de parameter "Basisin-
stellingen".
6.
In het niveau "Basisinstellingen" verschijnt de
parameter "Systeemconfiguratie". Selecteer
dit pictogram door aan te raken.
7.
Nadat u het niveau "Systeemconfiguratie"
hebt geselecteerd, selecteert u de parameter
"Warmtepomp".
8.
Deactiveer vervolgens in het niveau "Warm-
tepomp" de warmtepomp waarin u het picto-
gram "geactiveerd" aanraakt en de bedrijfs-
modus van "geactiveerd" op "gedeactiveerd"
instelt.
De warmtepomp is nu gedeactiveerd.
Met het deactiveren van de warmtepomp is de
tweede warmtegenerator, bijv. de REMKO Smart-
Serv bijverwarming of een in het systeem geïnstal-
leerde brandwaardeapparaat actief.
AANWIJZING!
Als de warmtepomp stroomloos wordt gescha-
keld, bijvoorbeeld door het activeren van de
zekering, moet het water handmatig worden
afgetapt om bevriezing te voorkomen.
47