REMKO serie LWM
Condensaataansluiting
Door dauwpuntonderschrijding bij de lamellencon-
densor, ontstaat er tijdens verwarmingsbedrijf
condens.
Het condenswater moet via een condensbuis met
ten minste 50 mm diameter vorstvrij worden afge-
voerd.
n
De in het gebouw gemonteerde condensleiding
moet gelegd worden met een verval van min. 2
%. Monteer eventueel dampdiffusiedichte iso-
latie.
Bij bedrijf van het apparaat bij een buitentem-
n
peratuur van minder dan 4 °C, moet worden
gezorgd voor een vorstvrije plaatsing van de
condensleiding. Zo nodig moeten de onder-
zijde van de bekleding van de behuizing en de
condensopvangbak vorstvrij worden gehouden,
om een doorlopende afvoer van condens te
waarborgen. Monteer eventueel een lintverwar-
ming langs de leiding.
n
Bij waterdoorlaatbare ondergronden is het vol-
doende om de buis verticaal ten minste 90 cm
diep in de aarde te brengen.
Bij een condensafvoer in drainages of in de rio-
n
lering moet het leggen vorstvrij en met enig
verval worden uitgevoerd.
n
Het condensaat mag alleen via een trechters-
ifon in de riolering worden geloosd, die te allen
tijde toegankelijk moet zijn.
Regionale voorschriften moeten absoluut in
acht worden genomen.
n
Na het leggen controleren op een vrije afvoer
van het condens en zorgen voor een perma-
nente lekdichtheid.
Lintverwarming
Een lintverwarming kan op watervoerende lei-
dingen worden gemonteerd om de leidingen vorst-
vrij te houden.
Installeer een lintverwarming bij vorstgevaar.
Bij de montage op de montageconsole of op een
fundering adviseren wij de installatie van een lint-
verwarming als de condensafvoer of de verwar-
mingsbuizen voorloop / retour niet vorstvrij kunnen
worden gelegd of als deze in grote mate aan de
weersomstandigheden worden blootgesteld.
De lintverwarming moet op een aparte stroom-
voorziening (OSV) worden aangesloten.
42
Antivriesverwarming
De antivriesverwarming dient voor de temperering
van de binnenruimte van de hydraulische module.
Daarmee moet bij een storing als laatste stap het
invriezen van het medium en daardoor ontstaande
defecten door vorst worden voorkomen. Er wordt
een temperatuur van >+3 °C door het circulatiebe-
drijf gerealiseerd. Er is absoluut een aparte
stroomvoorziening van de OSV noodzakelijk.
Gewaarborgde afvoer bij lekkages
AANWIJZING!
Regionale voorschriften of wetten betreffende
het milieu, bijv. wetgeving betreffende de water-
huishouding (WHG), kunnen bepalingen
bevatten dat ongecontroleerde afvoer bij lekken
voorkomen dient te worden, zodat uittredende
koelmachineolie of potentieel gevaarlijke koel-
middelen veilig afgevoerd kunnen worden.
AANWIJZING!
Bij aansluiting van een externe afvoer op de
olieseparator moet deze vorstvrij worden
gehouden.