REMKO serie LWM
Hydraulisch schema bij warmtepomppakket LWM Stuttgart
Functies: Verwarmen / koelen en warmwater, bedrijfsmodus: mono-energetisch
Dit hydraulisch schema dient uitsluitend als ontwerphulp,
de hydrauliek in het gebouw moet door de installateur worden gepland en ontworpen!
Afb. 41: Voorbeeld hydraulisch schema
A: Warmtepomp
B: Binnenunit LWM 300 IM
C: Buitenvoeler
De warmtepompmodellen LWM zijn ideaal voor het gebruik in nieuwbouw als de warmtepomp de enige
warmtegenerator is. In noodgeval kan een elektrische bijverwarming (mono-energetische uitvoering) via de
Smart-Control worden ingeschakeld.
De binnenunit bestaat uit een geëmailleerd 300 liter drinkwaterreservoir van de serie EWS. Daarnaast is een
3-weg omschakelklep alsook een elektrische bypass-klep ingebouwd.
De in de binnenunit ingebouwde Smart-Control schakelt alle elektrische onderdelen. Door de vooraf inge-
bouwde componenten wordt aanzienlijke montagetijd bespaard.
De uiterst efficiënte primaire pomp in de buitenunit [A] kan als verwarmingscircuitpomp worden gebruikt en
wordt afhankelijk van de vereiste geregeld door het toerental. Er staat een bouwzijdig drukverlies ter
beschikking (zie technische gegevens). Als de bouwzijdige drukverliezen hoger zijn, moet een afzonderlijk
reservoir, bijv. de REMKO KPS als hydraulische verdeler, worden ingezet. Hiertoe staat een REMKO verwar-
mingscircuitgroep ongemengd type HGU en een gemengde verwarmingscircuitgroepen type HGU en twee
gemengde verwarmingscircuitgroepen type HGM ter beschikking. Daarnaast worden de aansluitingen voor
warmwater en koud watertoevoer, bovenop de binnenunit aangesloten.
Een circulatieleiding kan optioneel op het reservoir worden aangesloten.
Om ervoor te zorgen dat de warmtepomp efficiënt en storingsvrij het verwarmingssysteem direct (zonder buf-
ferreservoir) van verwarmingswater voorzien kan, moet aan de volgende basisvoorwaarden zijn voldaan:
Het verwarmingssysteem moet met een aanvoertemperatuur gebruikt kunnen worden
n
(bijv. alleen vloerverwarming)
n
Het maximale drukverlies van het verwarmingssysteem mag niet worden overschreden
n
Er moet een min. waterstroom van 20 l/min gewaarborgd worden. Als dit niet mogelijk is, moet een ven-
tiel op een geschikte plaats (laatste verwarmingscircuitverdeler) worden geïnstalleerd
n
De leidingdiameters van de leidingen van de warmtepomp naar de verwarmingscircuitverdelers mogen
niet gereduceerd worden
n
Het min. watervolume van 5l/kW koelvermogen bij een actieve koeling moet in acht genomen worden
44
C
A
1
2
3
B
1: Ongemengd circuit
2: Koudwater
3: Warmwater