Onderdelen van de servicepoort
Servicepoort openen
Servicepoort sluiten
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704142-1 – 2022.08
▪
Alle servicepoorten zijn van het type met "backseat" en hebben geen klepkern.
▪
Draai het servicepoortdeksel en het klepdeksel goed vast nadat u de servicepoort
hebt gebruikt.
▪
Controleer na het vastdraaien van het servicepoortdeksel en het klepdeksel op
koelmiddellekken.
In de afbeelding hierna ziet u de naam van elk onderdeel dat vereist is bij het
gebruik van de servicepoorten.
a
b
a Servicepoortdeksel
b Koperen pakking
c Klepdeksel
1 Verwijder het servicepoortdeksel met 2 moersleutels en verwijder de koperen
pakking.
a
a Koperen pakking
2 Sluit de vulpoort aan op de servicepoort.
3 Verwijder het klepdeksel met 2 moersleutels.
4 Draai zover u kunt linksom met een zeskantsleutel (4 mm).
Resultaat: De servicepoort is volledig open.
1 Draai zover u kunt rechtsom met een zeskantsleutel (4 mm).
2 Draai het klepdeksel vast met 2 moersleutels. Breng schroefborgmiddel of
siliconen afdichtmiddel aan bij het vastdraaien.
15
|
c
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Installatie van de leidingen
85