2
|
Algemene veiligheidsmaatregelen
Vereisten voor de installatieruimte
2.2.3 Koelmiddel — in geval van R744
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
10
VOORZICHTIG
Gebruik GEEN potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar of detecteren van
koelmiddellekken.
OPMERKING
▪
Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen en koperen pakkingen NIET
opnieuw.
▪
Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen van het koelmiddelsysteem
worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.
OPMERKING
▪
Bescherm het leidingwerk tegen fysieke schade.
▪
Beperk de installatie van het leidingwerk tot een minimum.
Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide
handleiding voor de installateur van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende
wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET worden belast.
WAARSCHUWING
Zet de toestellen bij het testen NOOIT onder meer druk dan de maximaal toelaatbare
druk (zoals aangegeven op het naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte
onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's:
▪
Koolstofdioxidevergiftiging
▪
Verstikking
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen heeft aangesloten. Gebruik
stikstof om een gaslektest uit te voeren.
OPMERKING
▪
Om te voorkomen dat de compressor defect raakt, mag u NIET meer bijvullen dan
de gespecificeerde hoeveelheid koelmiddel.
▪
Als het koelmiddelsysteem moet worden geopend, dan MOET het koelmiddel
volgens de toepasselijke wetgeving worden behandeld.
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704142-1 – 2022.08