16
|
Elektrische installatie
16.5 Aansluitingen op de buitenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
112
DIII-transmissiebedrading
Specificaties en limieten transmissiebedrading
Gebruik alleen geharmoniseerde draad met dubbele isolatie en geschikt voor de
(a)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden valt, kunnen
communicatiestoringen ontstaan.
Afstandsschakelaars
Zie meer informatie in:
▪
"16.5.1 Laagspanningsbedrading –
▪
"16.6.1 Laagspanningsbedrading – Capacity up
Outputsignalen
Zie meer informatie in:
▪
"16.5.2 Hoogspanningsbedrading –
▪
"16.6.2 Hoogspanningsbedrading – Capacity up
OPMERKING
▪
Houd de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden (≥50 mm).
De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze
mogen niet parallel lopen.
▪
De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen NIET in contact komen
met de interne leidingen om te voorkomen dat de bedrading beschadigd wordt
door hete leidingen.
▪
Sluit het deksel stevig en schik de elektrische draden zodanig dat het deksel of
andere onderdelen niet loskomen.
Laagspanningsbedrading
Hoogspanningsbedrading
toepasselijke spanning.
2-aderige kabel.
0,75~1,25 mm².
4
Buitenunit" [
113]
unit" [
4
Buitenunit" [
115]
unit" [
▪
DIII-transmissiebedrading
▪
Afstandsschakelaars (bediening, geluidsarm)
▪
Outputsignalen (voorzichtig, waarschuwing,
draaien, werking)
▪
Voeding (inclusief aarding)
(a)
4
117]
4
119]
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704142-1 – 2022.08