LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704142-1 – 2022.08
70
65
a
60
55
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
0
50
100 150
200 250 300 350
14‒2 Voorbeeldgrafiek voor berekening
A Limiet hoeveelheid koelmiddel
B Kamervolume
a Installatie is niet toegestaan
b 2 gepaste maatregelen vereist
c 1 gepaste maatregel vereist
d Geen maatregel vereist
INFORMATIE
Zelfs als er op de laagste verdieping geen koelsysteem is, moet u waar de grootste
systeembelasting (kg) in het gebouw gedeeld door het totaal volume van de laagste
verdieping (m
378-3:2016 een mechanische ventilatie voorzien.
Berekening ruimtevolume
Houd bij de berekening van het ruimtevolume rekening met de volgende vereisten:
▪
De ruimte in kwestie is elke ruimte met onderdelen met koelmiddel of waarin
koelmiddel kan vrijkomen.
▪
Gebruik het kamervolume van de kleinste, afgesloten ruimte met personen om
de hoeveelheidslimieten van het koelmiddel te bepalen.
▪
Meerdere ruimtes met gepaste openingen (die niet kunnen worden gesloten)
tussen
de
afzonderlijke
gemeenschappelijk
afvoersysteem waar geen verdamper of condensor in staat moeten worden
beschouwd als één ruimte.
▪
Waar de verdamper of condensor zich bevindt in een luchttoevoerleidingsysteem
voor meerdere ruimtes, moet het volume van de kleinste afzonderlijke ruimte
worden gebruikt.
▪
Als de luchtstroom naar een ruimte met een luchtstroombeperking niet naar
minder dan 10% van de maximale luchtstroom kan worden verminderd, dan
moet die ruimte in het volume van de kleinste ruimte met personen worden
opgenomen.
▪
Voor koelmiddelen van veiligheidsklasse A1 wordt het totale volume van alle
kamers die gekoeld of verwarmd worden door lucht van één systeem gebruikt als
het volume voor de berekening, als de luchttoevoer naar elke kamer niet tot
minder dan 25% van de volledige toevoer kan worden beperkt.
▪
Voor koelmiddelen van veiligheidsklasse A1 kan voor de berekening van het
volume rekening worden gehouden met het effect van de luchtveranderingen als
er zich een mechanisch ventilatiesysteem in de ruimte bevindt dat werkt
wanneer er zich personen in de ruimte bevinden.
QLAV
b
400
450
500
550
600 650 700 750 800 850 900 950 1000
B (m³)
3
) groter is dan de waarde voor QLMV in overeenstemming met EN
ruimtes
of
ventilatietoevoer-,
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
14
Installatie van de unit
|
QLMV
RCL
c
d
die
zijn
aangesloten
ventilatieretour-
of
op
een
-ventilatie-
67