16 Elektrische installatie
In dit hoofdstuk
16.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading
16.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704142-1 - 2022.08
VOORZICHTIG
Deze apparatuur is NIET bedoeld voor gebruik op residentiële locaties en garandeert
GEEN afdoende bescherming van de radio-ontvangst op dergelijke locaties.
OPMERKING
Als het toestel op minder dan 30 m van een residentiële locatie wordt geïnstalleerd,
MOET de professionele installateur een evaluatie maken van de EMC-situatie voor
over te gaan tot de installatie.
16.1
16.1.1
16.1.2
16.1.3
16.2
Lokale bedrading: Overzicht................................................................................................................................................... 109
16.3
16.4
16.5
Aansluitingen op de buitenunit.............................................................................................................................................. 112
16.5.1
16.5.2
16.6
16.6.1
16.6.2
Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten omvat typisch de volgende stappen:
1
Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische specificaties
van de units.
2
De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit (laagspannings- en
hoogspanningsbedrading).
3
De elektrische bedrading aansluiten op de capacity up unit (laagspannings- en
hoogspanningsbedrading).
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
▪
Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET
voldoen aan de geldende nationale bedradingsvoorschriften.
▪
Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading.
▪
Alle ter plaatse geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
16
Elektrische installatie
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
105