15
|
Installatie van de leidingen
15.4 Koelmiddelleiding controleren
15.4.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen
15.4.2 Koelmiddelleiding controleren: Algemene richtlijnen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
100
Denk aan de volgende punten:
▪
De leiding van de veiligheidsklep moet ook worden getest. Dit betekent dat de
druk door de unit moet worden gevoerd. Houd tijdens het lektesten en
vacuümdrogen van de lokale leidingen zowel de vloeistof- als de gasafsluiters
altijd open.
▪
Gebruik alleen gereedschap specifiek voor R744 (bv. meterverdeelstuk en
vulslang) dat bestand is tegen hoge druk en voorkomt dat water, vuil of stof
terechtkomt in de unit.
VOORZICHTIG
Open de afsluiter NIET voordat u de isolatieweerstand van het hoofdvoedingscircuit
gemeten hebt.
VOORZICHTIG
Gebruik ALTIJD stikstofgas voor lektesten.
Sluit de vacuümpomp via een verdeelstuk aan op de servicepoort van alle afsluiters
voor een grotere efficiëntie (zie
4
up" [
101]).
OPMERKING
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep of een elektromagnetische
klep die tot een meterdruk van – 1 00,7 kPa (− 1 ,007 bar) kan vacumeren.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem terugstroomt wanneer de
pomp niet draait.
OPMERKING
Ontlucht NIET met koelmiddel. Gebruik een vacuümpomp om de installatie leeg te
pompen.
"15.4.3 Koelmiddelleiding controleren: Set-
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
4P704142-1 – 2022.08