3.
Herhaal stap 1 en 2 voor de driekleurencartridge aan de linkerzijde.
4.
Als het probleem aanhoudt, kunt u ook een zelftestrapport afdrukken om na te
gaan of er een probleem is met de printcartridges.
Dit rapport bevat nuttige informatie over de printcartridges, zoals de status van de
printcartridges.
5.
Als het rapport een probleem aangeeft, reinigt u de printcartridges.
6.
Als het probleem hiermee niet is opgelost, reinigt u de koperkleurige
contactpunten van de printcartridges.
7.
Als u daarna nog steeds problemen hebt met afdrukken, kunt u op de volgende
manier vaststellen welke printcartridge het probleem veroorzaakt en deze
vervangen.
Zie voor meer informatie:
●
De printcartridges vervangen
●
Een zelftestrapport afdrukken
●
De printcartridges reinigen
●
De contactpunten van de printcartridge reinigen
Gebruikershandleiding
109