Actuele status van het toestel.: AM012-pa
rameter
4= werking in sanitair-warmwatermodus
6
7
7682783 - v03 - 22082018
Actuele substatus van het toestel.: AM014-parameter
30= normale werking
De compressor of de bijverwarmingen werken.
31= beperkt intern nominaal richtpunt
Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys
teemrichttemperatuur.
60= pomp nadraaitijd
Warmtepomp en uitschakeling van bijverwarmingen, systeempompwerking.
65= compressorbypass
De bijverwarmingen werken.
66= de temperatuur overschrijdt de maximale bedrijfstemperatuur van de
compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
67= de buitentemperatuur is lager dan de maximumbedrijfstemperatuur van
de compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
68= de hybride functie vraagt om uitschakeling van de compressor
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
69= de ontdooifunctie werkt
De compressor werkt.
70= er is niet voldaan aan de ontdooivoorwaarden
De compressor is gestopt. De bijverwarmingen werken.
71= de ontdooifunctie werkt
De compressor en de bijverwarmingen werken.
88 = BL-bijverwarming beperkt
Bijverwarmingen werken
89 = BL-warmtepomp beperkt
Compressor werkt
90 = BL-warmtepomp & bijverwarming beperkt
Compressor en bijverwarmingen werken
91 = BL-off-pieksnelheid
Stroomkosten tijdens de daluren
92 = PV-met warmtepomp
Fotovoltïsch gevoed alleen door compressor
93 = PV-met warmtepomp & bijverwarming
Fotovoltïsch gevoed door compressor en bijverwarmingen
94 = BL-Smart Grid
Smart Grid Ready-functie
Pomp nadraaitijd
60= pomp nadraaitijd
Warmtepomp en uitschakeling van bijverwarmingen, nadraaitijd van systeem
pomp.
Koeling actief
30= normale werking
De koeling is ingeschakeld.
75= compressor is uitgeschakeld door de condensatiedetector
78= correctie van de richttemperatuur
Verhoging van de koelingrichttemperatuur door toedoen van de condensatie
detector.
82= temperatuur onder de minimum koelingstemperatuur
Uitschakeling van de compressor.
9 Instellingen
101