Download Print deze pagina

REMEHA Eria Tower WPR-2/E V200 4-8 Installatie- En Servicehandleiding pagina 68

Verberg thumbnails Zie ook voor Eria Tower WPR-2/E V200 4-8:

Advertenties

7 Inbedrijfstelling
7.6
Het minimum debiet controleren van het tweede circuit en de pompinstellingen
Tab.46
Parameter
AM056
Tab.47
Minimaal toegestaan debiet voor circuit B
7.7
Laatste instructies voor de ingebruikname
68
2. Stel de verschildrukkleppen in om een optimaal debiet minstens gelijk
aan de waarde van de HP010 parameter in de installatie te
garanderen als de thermostatische kleppen gesloten zijn.
Als het debiet lager is dan deze waarde, start de warmtepomp om
veiligheidsredenen niet.
1. Het minimum debiet controleren van het tweede circuit en de
instellingen van de circulatiepomp.
Beschrijving
Waterdebiet in de installatie
Een­
AWHP
AWHP
heid
4.5 MR
6 MR-3
l/min
9
9
2. Onderbreek de vraag in circuit A.
De circulatiepomp wordt uitgeschakeld. Indien nodig ontkoppel de
stroomtoevoer van de pomp in circuit A om te garanderen dat deze
uitschakelt.
3. Creëer een vraag in het tweede A.
4. Controleer dat de mengklep volledig is geopend (tot 100%), wit lipje
op de onderkant van de motor.
5. Controleer de doorstroming in de installatie en de condensor door
aflezing van de waarde op de parameter AM056 in het
informatiemenu.
6. Stel de circulatiepomp in met de rode knop om een minimum
waterdebiet te verkrijgen dat gelijk is aan de waarden uit de tabel.
Als het debiet lager is dan deze waarde, start de warmtepomp om
veiligheidsredenen niet.
1. Schakel eventueel de sanitair-warmwatermodus van de warmtepomp
uit.
2. Simuleer een warmtevraag om de verwarmingsmodus op te starten.
3. Controleer of de buitenunit en de aangesloten bijverwarmingen
opstarten.
4. Controleer het debiet in de installatie in vergelijking met het minimum
debiet.
5. Zet de warmtepomp in de modus uitstand/vorstbeveiliging.
6. Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten.
7. Controleer de waterdruk op de gebruikersinterface. Indien nodig: vul
de cv-installatie bij met water.
8. Controleer het vervuilingsniveau van de filter(s) binnen en buiten de
warmtepomp. De filter(s) eventueel reinigen.
9. De warmtepomp opnieuw starten en de uitschakel-/
vorstbeveiligingsmodus uitschakelen
10. Leg aan de gebruikers uit hoe de installatie werkt.
11. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
AWHP
AWHP
AWHP
8 MR-2
11 MR-2
11 TR-2
11
16
16
AWHP
AWHP
16 MR-2
16
TR-2
16
16
7682783 - v03 - 22082018

Advertenties

loading