Het printerstuurprogramma instellen
Standaardinstellingen voor de printer maken - Afdrukvoorkeuren
Belangrijk
❒ U kunt de standaardinstellingen van de printer niet voor afzonderlijke ge-
bruikers wijzigen. De instellingen in het eigenschappenvenster van de printer
zijn van toepassing op alle gebruikers.
A
2
Wijs in het menu [Start], naar [Instellingen], en klik op [Printers].
Het venster [Printers] verschijnt.
B
Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.
C
In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukvoorkeuren...].
Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] opent.
D
Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK].
Opmerking
❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle
toepassingen gebruikt.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken
U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
Om printerinstellingen te maken voor een specifieke toepassing, opent u het dia-
loogvenster [Afdrukvoorkeuren] vanuit die toepassing. Hierna wordt uitgelegd
hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows 2000.
A
In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukken...].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt weergegeven.
B
Selecteer de te gebruiken printer in de lijst [Printer selecteren].
C
Maak de noodzakelijke instellingen, en klik op [Pas toe] om te starten met
afdrukken.
Opmerking
❒ Hoe precies het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] wordt geopend, is af-
hankelijk van de toepassing. Lees voor meer informatie de handleidingen
bij de betreffende toepassingen.
❒ Alle instellingen, die u met gebruikmaking van de volgende procedure
maakt, zijn alleen geldig voor de huidige toepassing.
❒ Gewone gebruikers kunnen de eigenschappen in het dialoogvenster
[Afdrukken] van een toepassing wijzigen. De hier gemaakte instellingen
worden als standaardinstellingen gebruikt in deze toepassing.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
66