Het printerstuurprogramma instellen
C
In het menu [Bestand] klikt u op [Documentstandaarden].
Het dialoogvenster [Standaard] wordt weergegeven.
D
Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK].
Opmerking
❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle
2
toepassingen gebruikt.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken
U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het ei-
genschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hierna wordt uitgelegd
hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows NT 4.0.
A
In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukken].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt weergegeven.
B
Selecteer in de lijst [Naam] de gewenste printer en klik op [Voorkeursinstellingen].
Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
C
Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK].
D
Klik op [OK] om de afdruktaak te starten.
Opmerking
❒ Hoe precies het eigenschappenvenster van de printer wordt geopend, is
afhankelijk van de toepassing. Lees voor meer informatie de handleidin-
gen bij de betreffende toepassingen.
❒ In sommige toepassingen worden de instellingen van het printerstuurpro-
gramma niet gebruikt, en worden de standaardinstellingen van de betref-
fende toepassing gehanteerd.
❒ Alle instellingen, die u met gebruikmaking van de volgende procedure
maakt, zijn alleen geldig voor de huidige toepassing.
❒ Gewone gebruikers kunnen de eigenschappen in het dialoogvenster
[Afdrukken] van een toepassing wijzigen. De hier gemaakte instellingen
worden als standaardinstellingen gebruikt in deze toepassing.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
62