Andere afdrukbewerkingen
E
Kies het gewenste soort afdruktaak en druk vervolgens op [OK].
3
Het bevestigingsscherm verschijnt.
Het bevestigingsscherm verschijnt niet als het geselecteerde ID maar een
soort afdruktaak heeft.
F
Druk op [Ja].
De geselecteerde bestanden worden afgedrukt.
Opmerking
❒ Nadat het afdrukken is voltooid, worden testafdruk-, Opgeslagen afdruk-
en Uitgestelde afdrukbestanden verwijderd.
❒ U kunt geen afdruktaak kiezen die niet is opgeslagen onder het gekozen
gebruiker-ID.
❒ Kiest u Opgeslagen afdruk, dan wordt het aantal dat u op het bevestigings-
scherm instelt doorgevoerd voor alle bestanden van het gekozen soort af-
druktaak. Stelt u geen hoeveelheid in, dan wordt het minimum aantal
doorgevoerd voor alle bestanden.
❒ Als u meerdere testafdrukbestanden selecteert en in het bevestigings-
scherm niet het aantal sets opgeeft, wordt voor elk geselecteerd document
één set minder afgedrukt dan het op de computer opgegeven aantal. Als
het op de computer opgegeven aantal gelijk is aan "1", wordt per docu-
ment één set afgedrukt.
❒ Kiest u Beveiligde afdruk, voer dan het juiste wachtwoord in. Wanneer er
een aantal wachtwoorden zijn, drukt het apparaat alleen de bestanden af
die overeenkomen met het ingevoerde wachtwoord.
❒ Heeft u opgeslagen afdrukbestanden geselecteerd en vereisen sommige
van deze bestanden een wachtwoord, dan drukt het apparaat de bestan-
den af die overeenkomen met het ingevoerde wachtwoord samen met de
bestanden die geen wachtwoord nodig hebben.
104